Heeft de hedendaagse dichter alle vrijheid?
'Zonder handen, zonder tanden,' beschrijft dichter Tom Lanoye de vrijheid van de mens. Lizet Duyvendak, universitair hoofddocent Letterkunde, overdenkt die regel: 'Als alles mag in de poëzie, zonder handen en in complete vrijheid; wat kan je dan nog? Hoe voorkom je dat je volledig zonder tanden komt te staan?'
Het zolderkamertje
De dichter heeft zich vrijgevochten van het ouderwetse beeld op een zolderkamertje te zitten, heel filosofisch schrijvend over het leven en de liefde. 'Zo is het ook helemaal niet,' vertelt Lizet Duyvendak. 'Veel dichters zijn juist betrokken bij de maatschappij. Onder Stalin was het bijvoorbeeld heel moeilijk om je vrijheid te pakken, dat moest je soms met je leven bekopen. Een aantal dichters is het echter toch gelukt om heel subtiel hun kritiek te uiten.' De poëzie kan maatschappijkritisch zijn zonder expliciet protest aan te tekenen. 'Goede poëzie is dubbelzinnig. Je kunt dan altijd zeggen: 'Dat staat er helemaal niet.' Voor de oplettende lezer staat er echter zoveel meer.'
Taboedoorbrekend
De hedendaagse poëzie is vaak heel direct en taboedoorbrekend. 'In rap zeggen dichters openlijk wat ze van dingen vinden, bijvoorbeeld in het nummer Het leven van de straat van Ali B.' Niet alleen in rap klinkt die vrijheid van spreken verder door: 'Ester Naomi Perquin verplaatst zich in haar bundel Celinspecties in gevangenen die de meest vreselijke dingen hebben gedaan. Ze neemt je mee in de belevingswereld van verkrachters en moordenaars.' Dichters verleggen daarmee hun eigen grenzen en die van het publiek.
Communiceren met poëzie
De dichter vindt zichzelf steeds vaker opnieuw uit door de verbinding met dat publiek op te zoeken, bijvoorbeeld met rap, in poetry slams of poëziefestivals. 'Rap is gericht op wat poëzie de rapper en het publiek te bieden heeft. Dat brengt me bij de sociale functie van kunst: dat je een soort community krijgt van mensen die zich erdoor aangesproken voelen. Ik behoor tot een groep, ik voel me verbonden. Je verenigt je als groep rond een dichter. Poetry slam is te zien als een soort uitloop van rap. Dichters maken bij slam in een wedstrijd uit wie de beste van die avond is en het publiek heeft daarin een beslissende stem. Poëzie is wat dat betreft echt uit de zolderkamer weg. Dichters zijn veel meer dan vroeger gericht op communicatie. Een goed voorbeeld is de dichtkunst van Anissa Boujdaini. Zij spreekt haar publiek direct aan: 'Uw monsters en demonen zijn mij niet vreemd, dus neem ze mee en laat ze blijven. Zo van: toon mij de uwe, ik toon u de mijne.'
Dichten zonder rijm
De vrijheid van de dichter zit ook in het ontdekken van de ruimte en rek in de taal. 'Bij poëzie hoef je je niet aan de regels te houden. De taal kun je heel goed oprekken, heel speels. Er anders mee omgaan. Belangrijk is verder plezier in poëzie, genieten van taal. Alles kan tegenwoordig poëzie zijn.' In de hedendaagse poëzie is een beweging weg van het rijm te zien. 'Er zijn nog maar een paar dichters die rijmen. Lévi Weemoedt bijvoorbeeld, die nu zo populair is. Wanneer er vandaag de dag in poëzie gerijmd wordt, heeft dit meestal een specifieke functie. Dan moet je als lezer op je qui vive zijn dat er iets aan de hand is.' Een uitzondering vormt de rappoëzie. 'Wat in rap gebeurt is een heel bijzonder iets, daar wordt juist wel gerijmd. Eigenlijk is dat heel traditioneel. Het is daarom opmerkelijk dat je zo’n beweging ziet onder jongeren die zich willen uiten.'