Transgenderstudies
Ervaringen van transgenders en hun naasten, hun welbevinden en de manieren van omgaan met de transitie is een van de onderzoeksthema’s van de vakgroep Klinische psychologie.
Veel mensen reageren nog steeds afwijzend op transgenders. De psychologische term daarvoor is stigmatisering. Dat betekent 'brandmerken' of 'iemand ten onrechte een slechte reputatie bezorgen'. Transgenders ervaren stigmatisering in de publieke ruimte, op het werk en in hun onmiddellijke omgeving.
Het onderzoek naar stigmatisering kijkt naar verschillende vormen van stigmatisering.
- Transgenders worden negatief benaderd of behandeld (enacted stigma).
- Er is de ervaring van stigmatisering die iemand heeft, meent te hebben of beweert te hebben (felt stigma).
- Maar er is ook zelf-stigmatisering ( internalized stigma): iemand is gaan geloven dat de mening die anderen over hem hebben waar is.
De vakgroep klinische psychologie voert verschillende onderzoeken uit naar (zelf-)stigmatisering van transgenders. Een recentere onderzoekslijn is het effect van de transitie op de naasten van de transgenderen meer in het bijzonder de partner van de transman/transvrouw.
In de spotlight
OU-docent Mark Hommes: 'Dag tegen Transfobie is erg belangrijk'
Spirituele coping kan transgenders met zelfstigma helpen
Stigmatisering: ervaringen van transgenders in Nederland
Zelf-stigmatisering
Wat bepaalt de houding ten opzichte van transgenders in Nederland en Vlaanderen?
Welke reactie krijgen familieleden van transgenders?
Als mijn man een vrouw wordt, ben ik dan lesbisch?
Klinische psychologie