Duidelijke normen
De herziene code is toepasbaar voor zowel fundamenteel als toegepast en praktijkgericht onderzoek. Hij bevat duidelijke normen die onderzoekers van veel verschillende onderzoeksorganisaties kunnen toepassen in de dagelijkse praktijk. Enkele opvallende elementen in deze code, ten opzichte van de vorige versie:
- De nieuwe gedragscode is zo geschreven dat deze van toepassing kan zijn op zowel het publieke als het publiek-private wetenschappelijk onderzoek in Nederland.
- In de gedragscode wordt nadrukkelijk ruimte geboden voor samenwerking en multidisciplinariteit: de code houdt rekening met de verschillen tussen (onderzoeks)instellingen. De gedragscode definieert vijf principes van wetenschappelijke integriteit, 61 normen voor goede onderzoekspraktijken en zorgplichten voor de instellingen.
- De zorgplichten voor de instellingen zijn nieuw in deze gedragscode. Hiermee tonen de onderzoeksorganisaties dat zij verantwoordelijk zijn voor het creëren van een werkomgeving waarbinnen goede onderzoekspraktijken worden bevorderd en geborgd.
- Bovendien maakt de nieuwe gedragscode wetenschappelijke integriteit onderscheid tussen schendingen van de wetenschappelijke integriteit, bedenkelijk gedrag en lichte tekortkomingen.
- In het laatste hoofdstuk staat beschreven hoe een instelling om moet gaan met potentiële schendingen van de wetenschappelijke integriteit.
- De code laat aan de ene kant ruimte aan de instellingen om tot een gebalanceerd oordeel te komen over potentiële schendingen van de wetenschappelijke integriteit, maar noemt de wegingscriteria die daarbij een rol spelen expliciet.
Download het document Nederlandse Gedragscode wetenschappelijke integriteit 2018.