null Onderzoek: Uittreden uit een gesloten gemeenschap… en dan?

RW_Onderzoek_Uitsluiting_22420_head_large.jpg

Onderzoek: Uittreden uit een gesloten gemeenschap… en dan?

In 2023 deden Mirjam van Schaik, Janine Janssen en collega’s onderzoek naar uitsluiting van ex-leden door religieuze gemeenschappen. In opdracht van het ministerie van Justitie en Veiligheid hebben ze nu een vervolgonderzoek gedaan. Daarin keken ze naar de problemen waar uittreders uit gesloten gemeenschappen mee te maken krijgen. Zij laten soms letterlijk alles achter zich. En wat dan?

Welke hulp hebben uittreders nodig?

Uittreding – vrijwillig of gedwongen – blijkt in veel gevallen een ingrijpende ervaring op emotioneel, sociaal en identiteitsniveau. Vooral in de periode direct na uittreding is sprake van kwetsbaarheid. Dit geldt met name voor individuen die hun hele leven in de gemeenschap hebben doorgebracht. Voor uittreders is het zoeken naar hulp een complex proces. Zij laten soms letterlijk alles achter zich: hun familie, huis, inkomen en identiteit. Ze hebben te kampen met gevoelens als schaamte, schuldgevoel, wantrouwen en sociale isolatie. Dat maakt dat ze vaak pas laat naar buiten treden met hun klachten en hulp zoeken.

De hulpvragen zijn divers. Het gaat van materiële ondersteuning tot psychologische begeleiding, waarbij eerst aan basisbehoeften moet worden voldaan voordat mentale hulp ingezet kan worden. In de praktijk staan ze er na hun vertrek nog te vaak alleen voor: er is geen sociaal vangnet en de juiste hulp ontbreekt. De reguliere zorg sluit nauwelijks aan op hun complexe problemen, concluderen de onderzoekers: 'Reguliere hulpinstanties zijn toegankelijk voor de uittreders, maar ze hebben minder ervaring met wat die uittreders hebben meegemaakt en meemaken.'

Wees voorzichtig met het woord sekte

Het onderzoek benadrukt het belang van zorgvuldig taalgebruik en contextgevoelige hulpverlening. Uittreders hebben behoefte aan erkenning, maatwerk en professionele ondersteuning die rekening houdt met hun persoonlijke en existentiële ervaringen. Wees dus bijvoorbeeld voorzichtig met begrippen als ‘sekte’ of ‘cult’. Mensen die zo'n gesloten groep verlaten, voelen zich in het begin vaak nog verbonden aan de gemeenschap waar ze vandaan komen. 'Zulke termen duwen ze juist verder weg' zeggen de onderzoekers. Wat kun je dan wel zeggen? Gebruik begrippen als 'dwingende groepering' of 'gesloten gemeenschap' is het advies van de onderzoekers. Die begrippen komen minder hard binnen en worden als neutraler gezien.

Overheid moet terughoudend zijn

Het onderzoek benadrukt dat de overheid terughoudend moet zijn bij het ingrijpen in processen binnen religieuze en levensbeschouwelijke gemeenschappen. Dit vloeit voort uit het recht op vrijheid van vereniging en het recht op vrijheid van godsdienst, zoals vastgelegd in de Grondwet en internationale verdragen. Wel heeft de overheid een duidelijke rol bij het ingrijpen bij strafbare feiten binnen groepen.

Over het onderzoek

Het onderzoek werd van september 2024 tot maart 2025 uitgevoerd door Janine Janssen en Mirjam van Schaik van de Open Universiteit, samen met Jasper Doomen en Christiaan Robbe van Avans Hogeschool. Het bouwde voort op het onderzoek 'Uitsluiting van ex-leden door religieuze gemeenschappen' dat in 2023 werd uitgevoerd in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC). Dit vervolgonderzoek combineerde literatuurstudie, juridische analyse en empirische verdieping via focusgroepen met ervaringsdeskundigen, professionals in de rechtshandhaving en hulpverleners. Drie thema's stonden centraal: (1) terminologie en het narratief rond gesloten gemeenschappen; (2) de juridische implicaties en beperkingen rond het gebruik van bepaalde termen door overheden in het licht van de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging; en (3) de hulpvraag, hulpbehoefte en randvoorwaarden voor hulpverlening aan uittreders.

Meer informatie? Neem contact op met Mirjam van Schaik of Janine Janssen. Het volledige rapport is hier te lezen.