null Vaktherapie in de forensische psychiatrie

PSY_Symposium_ErvaringInzicht_head_large.jpg
Vaktherapie in de forensische psychiatrie
In de forensische geestelijke gezondheidszorg wordt veel gebruik gemaakt van vaktherapie. Deze patiënten zijn vaak mede door hun psychische problemen in aanraking gekomen met justitie. Vaak zijn ze verbaal niet sterk. Daardoor wordt er in de behandeling vaak gekozen voor vaktherapie. Werkt dat? Een projectteam onder leiding van hoogleraar Susan van Hooren onderzoekt de inzet en effecten van vaktherapie binnen de forensische psychiatrische zorg aan volwassenen. Gelijktijdig loopt er een gelijkaardig onderzoek naar vaktherapie in de justitiële jeugdzorg.

Combinatie van psychische problemen

Veel patiënten in de forensische geestelijke gezondheidszorg kampen met een combinatie van psychische problemen: persoonlijkheidsproblematiek, agressief en desruptief gedrag, licht verstandelijke beperking en/of een traumatisch verleden met een langdurig hulpverleningstraject. Mede daardoor zijn ze in aanraking gekomen met justitie en in een forensisch psychiatrisch behandelingstraject terechtgekomen.

Doel van de therapie

De behandelaars gebruiken de vaktherapeutische interventies. Dan moet je denken aan de inzet van bijvoorbeeld muziek, schilderen of bewegen in de behandeling. Doel is om met deze therapeutische aanpak de problematiek van de patiënt te verduidelijken, de motivatie voor behandeling te vergroten, de emotie-, impuls- en agressieregulatie te verbeteren en de psychosociale problematiek te verminderen.

Onderzoek naar effectiviteit

Maar werkt deze aanpak ook binnen de forensische psychiatrie? Daar is nog maar weinig onderzoek naar gedaan. Daarom zijn er met steun van het programma Kwaliteit Forensische Zorg twee onderzoeken van start gegaan: een bij volwassenen in de forensische psychiatrie en een bij de justitiële jeugdzorg. Het doel van beide projecten is om na te gaan wat al bekend is over de effecten van vaktherapie bij deze groep patiënten en welke vragen er nog leven waar aanvullend onderzoek voor nodig is. Het onderzoek bestaat uit literatuurstudies, focusgroepen en interviews met vaktherapeuten, verwijzers, onderzoekers en cliënten.

Samenwerking

In de twee projecten werken een groot aantal partijen samen: Open Universiteit, RJJI, Via Jeugd, Pompestichting, Coöperatieve lectoraat Kennisontwikkeling Vaktherapie (KenVaK van Zuyd Hogeschool), Hogeschool Arnhem en Nijmegen, Hogeschool Utrecht, Leiden Hogeschool, NHL-Stenden, Codarts Rotterdam, Hogeschool Windesheim (Lectoraat Bewegen, gezondheid en welzijn), Radboud Universiteit Nijmegen, Rijksuniversiteit Groningen en de Federatie Vaktherapeutische beroepen.

Projectleider is prof. dr. Susan van Hooren, hoogleraar Vaktherapie (OU) en projectcoördinator is dr Annemarie Madani (OU).