null Zelfvertrouwen en autonomie belangrijk voor innoverende leraren

OW_13091_AutonomieStructuur_head_large.jpg
Zelfvertrouwen en autonomie belangrijk voor innoverende leraren
Leraren vervullen een sleutelrol in het realiseren van kwalitatief goed onderwijs. Bij deze sleutelrol past het zelf ontwikkelen, introduceren en uitproberen van nieuwe ideeën om goed onderwijs te realiseren. Het zelfvertrouwen van leraren en het plezier en de waarde die zij hechten aan hun professionele ontwikkeling, blijken belangrijke motiverende factoren. Dit concludeert onderzoekster Andrea Klaeijsen in haar proefschrift 'Predicting teachers' innovative behaviour: motivational processes at work'. Zij promoveert op 18 december 2015 aan de Open Universiteit in Heerlen.

Innovatief gedrag

We leven in een maatschappij waarin het ontwikkelen, opdoen en delen van kennis steeds belangrijker wordt en waarin technologische ontwikkelingen elkaar in snel tempo opvolgen. Om ervoor te zorgen dat het onderwijs in zo een omgeving kwalitatief goed is en blijft, is het belangrijk dat leraren hun onderwijs mee ontwikkelen en verbeteren. Dit is niet alleen voor leraren van belang, maar ook voor leerlingen die door goed onderwijs goed worden voorbereid op hun functioneren in de maatschappij. Inzicht in de factoren die van invloed zijn op het innovatieve gedrag van leraren, helpt om dit gedrag te stimuleren en te voorspellen.

Motiverend leiderschap

Andrea Klaeijsen onderzocht welke factoren een motiverende rol spelen bij het innovatieve gedrag van leraren. Zij constateert: 'Het vertrouwen hebben in jezelf, dat je weet om te gaan met uitdagende situaties of veranderingen, helpt om zelf nieuwe ideeën te bedenken, uit te proberen en te delen. Ook als je het leuk of belangrijk vindt om jezelf professioneel te ontwikkelen, ben je meer gemotiveerd om te innoveren.' In de schoolorganisatie zijn er factoren die daar een positieve invloed op hebben. Zo werkt het volgens Klaeijsen motiverend wanneer de direct leidinggevende individuele aandacht schenkt aan leraren en hen voldoende intellectuele uitdagingen biedt. Ook is het goed als leraren in de school betrokken worden bij het nemen van beslissingen over onderwijsgerelateerde zaken. Hierdoor ervaren leraren een bepaalde mate van autonomie en competentie. Verwachtingen vanuit de omgeving of externe stimulansen voor professionele ontwikkeling, bijvoorbeeld in de vorm van een beloning, hebben geen invloed op innovatief gedrag.

Over Andrea Klaeijsen

Andrea Klaeijsen (Terneuzen, 1980) studeerde Onderwijskunde aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Na haar afstuderen in 2003, ging zij aan het werk als onderzoeker bij het Kenniscentrum Beroepsonderwijs Arbeidsmarkt, eveneens in Nijmegen. In 2007 maakte zij de overstap naar de Gemeente Heerlen om daar aan de slag te gaan als adviseur onderzoek en statistiek. Daarnaast rondde zij aan de Alba-academie een post-hbo beroepsopleiding tot coach af.
In 2009 trad zij in dienst bij de Open Universiteit, waar zij het leiden en uitvoeren van onderzoeksprojecten in samenwerking met het onderwijsveld combineerde met haar promotieonderzoek. Inmiddels werkt zij als universitair docent bij het Welten-instituut van de Open Universiteit.

Promotie

Andrea Klaeijsen verdedigt haar proefschrift 'Predicting teachers' innovative behaviour: motivational processes at work' op vrijdag 18 december 2015 om 16.00 uur aan de Open Universiteit in Heerlen. Haar promotoren zijn prof. dr. Rob Martens en prof. dr. Marjan Vermeulen, beiden van de Open Universiteit.