D2GRIDS: Duurzame verwarming en koeling van steden
Vijfde generatie stadsverwarming en -koeling
Vijfde generatie stadsverwarming en -koeling (5GDHC) systemen maken slim gebruik van de natuurlijke uitwisseling van verwarming en koeling in warmtepompen. Omdat het afkoelen van een gebouw altijd betekent dat er warmte wordt afgevoerd, kunnen thermische intelligente netwerken de vraag naar koeling en verwarming koppelen om aan beide tegelijkertijd en efficiënt te voldoen.
Door gebruik te maken van een netwerk dat bestaat uit gedecentraliseerde warmtepompen die zich bij de eindgebruiker bevinden, wordt energie uitgewisseld op het net en worden stromen geïnduceerd door de vraag van de klant. Het concept maakt grootschalig gebruik van lage temperatuur restwarmte mogelijk, afkomstig van datacenters, supermarkten, industrie, enz. Door de lage netwerktemperatuur, de lage netverliezen en de efficiënte warmte-uitwisselingsmechanismen wordt de totale energievraag aanzienlijk verlaagd, die effectief en veilig kan worden geleverd door hernieuwbare energiebronnen, tot 100%.
Het D2Grids consortium, waarvan de Open Universiteit partner is, heeft vijf ontwerpprincipes voor 5GDHC-systemen opgesteld:
- Energielussen sluiten
- Gebruik van laagwaardige bronnen voor laagwaardige vraag
- Decentrale en vraaggestuurde energievoorziening
- Een geïntegreerde benadering van energiestromen
- Lokale bronnen als prioriteit
GreenFlex, based on Boesten et al. 2019.
Deze principes worden in meer detail uitgelegd op de 5GDHC website en in het nieuwsartikel 5GDHC en de 5 principes waar het aan moet voldoen.
Het D2GRIDS consortium
Om gebouwgerelateerde koolstofemissies te verminderen, wil het D2Grids consortium de implementatie van 5GDHC-netwerken in Noordwest-Europa versnellen. Partners uit zes landen hebben hun krachten gebundeld in het projectconsortium D2GRIDS: een acroniem voor 'demand-driven grids'. Het doel van D2GRIDS is om het aandeel hernieuwbare energiebronnen dat wordt gebruikt voor verwarming en koeling te verhogen tot 20% in Noordwest-Europa 10 jaar na afloop van het project.
Pilotlocaties
Op vijf locaties wordt gewerkt aan de implementatie van de technologie. Dat zijn: Bochum (DE), Brunssum (NL), Glasgow (UK), Nottingham (UK) en Paris-Saclay (FR). De vijf partnerpilots hebben als doel om ongeveer 50.000 m2 aan woningen en/of commerciële gebouwen aan te sluiten op een 5GDHC-netwerk.
Projectfinanciering
Het 20 miljoen euro kostende D2GRIDS project wordt ondersteund door Interreg, dat bijna 60% van het totale budget - 11,6 miljoen euro - voor haar rekening neemt. De Open Universiteit neemt voor 400.000 euro deel aan het project, waarvan 240.000 euro wordt gedekt door Interreg NWE.
Bijdrage van de Open Universiteit
De Open Universiteit is verantwoordelijk voor het vaststellen van de langetermijnimpact van D2Grids. Om kennis over 5GDHC te verspreiden onder industrie en beleidsmakers, werken de onderzoekers van de Open Universiteit aan de ontwikkeling van onderwijsprogramma's over 5GDHC. Een andere verantwoordelijkheid is het ontwikkelen van een methode om de klimaatimpact van 5GDHC te onderzoeken en deze methode toe te passen op de D2Grids pilotlocaties. De Open Universiteit coördineert tevens haalbaarheidsstudies, actieplannen en uitrolstrategieën van 5GDHC in Noordwest-Europa.
Een overzicht van al het materiaal dat is gemaakt door onderzoekers van de Open Universiteit vindt u op de pagina Research output Open Universiteit.
Projectperiode
Het D2Grids-project ging van start in oktober 2018 en loop nog door tot september 2023 (inclusief een jaar verlenging om de vertragingen door corona te compenseren).
Gerelateerde pagina's:
- The project description at the Interreg website
- The 5GDHC website
- Research on energy transition at Open Universiteit
Projectteam Open Universiteit
Onderzoekers:
- Dr. Wilfried Ivens - project partner lead Open Universiteit
- Anna Bronzes, MSc
- Eugenia Bueno Martinez, Msc
Communicatie: Immy Willekens
Financiële administratie: Marlies Timmermans