null Betere supply chains, waar wachten we op?

MW_LambrechtsGhijsen_BetereSupplyChains_19997_head_large.jpg

Betere supply chains, waar wachten we op?

Lange wachttijden voor auto’s, een groot tekort aan microchips en bouwmaterialen, lege containers in de havens. Waarom vertonen de wereldwijde supply chains op zijn minst roestige plekken en breken ze zelfs? Wat kunnen bedrijven en overheden doen om het goederenvervoer tussen leveranciers en afnemers te verbeteren? Het woord is aan Paul Ghijsen en Wim Lambrechts, beiden hoofddocent Managementwetenschappen.

Paul Ghijsen: ’De problemen binnen de diverse supply chains of productieketens hebben meerdere oorzaken. Op de eerste plaats hebben we te maken met storingen vanuit de natuur, zoals aardbevingen en overstromingen die de productie van grondstoffen en materialen onderbreken. Een tweede oorzaak is menselijk gedrag. Neem COVID-19. De ziekte is weliswaar overgedragen van dier op mens, maar de mens heeft COVID-19 verder verspreid. Ook tekortschietend overheidsbeleid kan supply chains verstoren. Zo rijden er in Nederland nu zo’n driehonderdduizend elektrische auto’s. De overheid is van plan om dat aantal in korte tijd te verhogen naar meer dan twee miljoen. Hoe kom je zo snel aan al die auto’s en aan voldoende elektriciteit en oplaadpunten? Daar is nog onvoldoende over nagedacht.’

Supply chains functioneren niet los van elkaar

’In de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw opende de wereld zich voor iedereen en voor de industrie in het bijzonder’, vult Wim Lambrechts aan. ’Productieprocessen werden verplaatst naar verre landen zoals China, India en Thailand, en iets dichterbij naar Oost-Europese landen. Dit vanwege de eenvoudige reden dat de productie in lagelonenlanden goedkoper is. Het risico op verstoringen binnen de supply chains werd daarbij onderschat. De coronapandemie en de oorlog tussen Rusland en Oekraïne zijn daar recente en duidelijke voorbeelden van. Je ziet nu dat op alle continenten problemen zijn ontstaan binnen de verschillende supply chains. Omdat ze constant invloed op elkaar uitoefenen en niet los van elkaar functioneren.’

Productieprocessen weer terughalen

Op welke manier zou je supply chains kunnen verkorten en daardoor beter laten werken? Ghijsen: ’We zien nu dat steeds meer bedrijven overwegen om hun productieprocessen weer terug te halen naar hun eigen land of een naburig land, het zogenoemde backshoring en nearshoring. In Duitsland ontstond daarover al meteen een moeilijke discussie toen COVID-19 zich net aandiende. Want als je je productie eenmaal hebt uitbesteed, veroudert je kennis daarover razendsnel en die kennis kun je niet een-twee-drie terughalen of kopiëren.’

Enkel een zak met geld werkt niet

’Eurocommissaris voor de Interne Markt Thierry Breton wil met behulp van een flinke zak geld de Europese microchipindustrie uitbreiden door de bouw van een of meerdere zogeheten foundries. Die foundries produceren chips. Daarbij is een grote rol weggelegd voor ASML, de toonaangevende Nederlandse fabrikant van chipmachines. Maar enkel een zak met geld werkt niet. Het strategisch terughalen van productieprocessen is een mooie eerste aanzet voor een oplossing van de actuele problemen, maar het is niet de volledige oplossing. Denk bijvoorbeeld ook aan opleidingen voor hoogwaardig technisch personeel. Die opleidingen regel je niet meteen en zeker niet alleen met geld.’

Weer op zoek naar een volgende partij

Lambrechts: ’Om de veerkracht te verhogen in een haperende supply chain kun je je ook concentreren op een zo snel mogelijk herstel van de oorspronkelijke toestand. Dat is een nogal beperkte visie. Als leverancier A niet meer kan leveren, richt je je op leverancier B. In wezen is dan niets veranderd, want als leverancier B je evenmin kan helpen, moet je weer op zoek naar een volgende partij. Het is dan een beter idee om na te gaan of je wél beschikbare grondstoffen en materialen kunt inzetten voor de vervaardiging van je product. Dat is een meer toekomstgerichte visie op veerkracht.’ 

NS-koffiebekers

Ghijsen: ’Op die manier draag je ook bij aan meer duurzaamheid. Neem de NS-koffiebekers. Die waren aan de binnenkant bekleed met plastic folie. Tijdens de coronacrisis werden er daar minder van verkocht omdat het aantal treinreizigers afnam. De oude voorraad maakte toen plaats voor koffiebekers met een rietachtige en meer duurzame laag aan de binnenkant.’ 

Winst maken is één ding

’We moeten meer toewerken naar duurzame producten in duurzame supply chains’, beaamt Lambrechts. Hij haalt nog een voorbeeld aan. ’Het Nederlandse chocoladebedrijf Tony’s Chocolonely strijdt tegen slavernijpraktijken en uitbuiting van mensen aan het begin van de chocoladeketen: de cacaoboeren in landen als Ghana en Ivoorkust. Ook bij steeds meer multinationals ontstaat het besef dat winst maken één ding is, maar dat ze tegelijkertijd verantwoordelijk zijn voor de impact van hun activiteiten op mens, milieu en maatschappij.’

Nog enkele tientallen jaren

Ghijsen: ’Al met al zijn er dus lichtpunten zichtbaar in het complexe verbetertraject van supply chains. We moeten het probleem ook niet overdrijven. Gelukkig zijn we allemaal nog steeds in staat om boodschappen te doen. Toch denk ik dat het nog enkele tientallen jaren duurt voordat de wereldwijde supply chains zodanig zijn herschikt dat we echt vooruitgang zien. Ook op het gebied van duurzaamheid.’

Milieuonvriendelijke materialen

’Ga maar na. Het gebruik van milieuonvriendelijke materialen zoals ijzererts, metalen en plastic kabels in de auto-industrie gaat nog steeds door. Ik denk dat ik de periode van daadwerkelijk veerkrachtige supply chains nog wel meemaak. De totstandkoming van daadwerkelijk duurzame supply chains is een ander verhaal. Daar moeten we ondanks alle huidige inspanningen langer op wachten.’