Verbinding met het thuisfront
'Vereeniging tot verkondiging van het evangelie onder Scandinavische zeelieden in vreemde havens' was de oorspronkelijke naam van de Zeemansmissie die er voor moest zorgen dat over de hele wereld 'de zonen op zee' contact bleven houden met het thuisfront en de daarbij behorende normen en waarden. Kennis over de Noren in de havens van Antwerpen, Amsterdam en Rotterdam was vrij summier. Het proefschrift van Hoel concentreert zich op de rol en het functioneren van de zeemanskerken in België en de Hollandsche havens. Er wordt een indruk gegeven van het leven in de havens en de nationale ontwikkelingen in Noorwegen. Een licht wordt geworpen op een fenomeen dat tot nu toe is onderbelicht in de Europese cultuurgeschiedenis.
Oprichting van de zeemanshuizen
De stichting van de Noorse kerk in Antwerpen was pionierswerk omdat een zeemanskerk nog onbekend was. Bovendien moesten de Lutherse Noorse pastors behoorlijk wennen om als afwijkend gezien en behandeld te worden binnen de katholieke gemeenschap. In de Hollandse havens waren de religieuze verhoudingen meer gemengd, maar het verkrijgen van een vergunning en plaats voor de bouw van een eigen kerk had nogal wat voeten in aarde. De typisch Noorse, volledig houten kerk, gebouwd aan de Parkhaven in Rotterdam is vandaag de dag een rijksmonument met een hoge cultuurhistorische waarde.
De oprichting van de missie was één van de vele initiatieven van vrijwilligers die tot stand kwamen in de jaren 1850. Ze vormden een bindende factor die dwars door het land en door regionale verschillen en sociale lagen heen mensen verenigde. Hoel gaat hierbij verder in op de Noorse geschiedenis in de negentiende eeuw waarbij politieke en economische verhoudingen en culturele ontwikkelingen aan bod komen.
Kerk en leeskamer
Hoel kan voor het onderzoek terug grijpen naar een rijk archief aan brieven en correspondentie tussen de missiestations en het hoofdkantoor in Bergen. Rapporten werden gepubliceerd in het blad voor het thuisfront 'Bud og Hilsen' (Nieuws en Groeten). Hieruit blijkt dat het missiewerk op het oog bestond uit het oproepen van zeelieden voor het bijwonen van de diensten in de kerk. Maar het welzijn van de zeelieden zowel in spirituele als in culturele en sociale zin stond altijd centraal. De leeskamer was het veilige en voordelige thuis als alternatief voor de vele kroegen. Een veelheid aan activiteiten, belangrijk voor de algemene ontwikkeling, vonden in de leeskamer plaats. Via het voorlezen van gedichten, het lezen van boeken en het vertonen van films werden de doorgaans jonge zeelieden bekend gemaakt met de Noorse cultuur.
Rol van de vrouwen
Ook het thuisfront had een belangrijke rol hierin. In een tijd waarin vrouwen nauwelijks (politieke) rechten hadden, verwierven zij een positie in het werk voor de missie. De 'vrouwen thuis' en hun 'zachte handen' werden vaak genoemd en geprezen tijdens de belangrijke kerstvieringen en andere evenementen. De vrouwen zamelden geld in en zorgden voor de kerstcadeaus die tijdens de vieringen werden verdeeld. In de toenmalige nationale retoriek werden begrippen als 'familie', 'thuis', en 'natie' samengeknoopt tot één geheel zodat de buiten de grenzen verblijvende zeelieden deel uit bleven maken van de Noorse gemeenschap thuis.
Promotie
Virginia Hoel, promovendus bij de Open Universiteit, verdedigt haar proefschrift 'Faith, Fatherland and the Norwegian Seaman' op vrijdag 11 maart 2016 om 13.00 uur in de Noorse Kerk, Westzeedijk 300 in Rotterdam. De promotoren zijn prof. dr. L.H.M. Wessels (Open Universiteit) en prof. dr. Theol.D. Thorkildsen (University of Oslo). Co-promotor is dr. A. Bosch (Open Universiteit).