CW_stigma_head_large.jpg

Vakgroep 'Gezondheid en cultuur'

Welzijn, gezondheid en zorg zijn steeds belangrijkere thema’s in politiek, maatschappij en cultuur geworden. Er vinden verhitte discussies plaats over de vraag wie bepaalt wat ziek wordt genoemd? En over de behandeling van mensen met gezondheidsproblemen. Hoe inclusief is de samenleving ten opzichte van mensen met een lichamelijke of psychische 'aandoening'? Maakt de samenleving of onze (woon)omgeving ons ziek? En hoe ver mag de overheid gaan in het nemen van volksgezondheidsmaatregelen? Welke rol kan erfgoed spelen in welzijnsbevordering of in discussies over gezondheidsthematiek?

Focus

Onze vakgroep beoogt - in onderzoek en onderwijs - vanuit een multidisciplinair cultuurwetenschappelijk perspectief bij te dragen aan deze terugkerende debatten over welzijn en (on)gezondheid. We gebruiken concepten en methoden uit de geschiedenis, letterkunde en filosofie om de medicalisering van de maatschappij en definities van (on)gezondheid te duiden en bestuderen in relatie tot maatschappelijke en culturele verandering. De geschiedenis laat zien hoe definities en duidingen van ziekte en mentale en lichamelijke gezondheid mede tijd- en cultuurbepaald zijn, net als de manieren waarop we proberen te zorgen en genezen. Medische visies op de oorzaken van ziekte zijn veranderlijk, net als therapeutische regimes en zorgarrangementen en de stigma’s die bestaan rond ongezondheid. Ziekte en zorg zijn dus ten dele standplaats gebonden fenomenen.
De focus van de vakgroep ligt op de moderne tijd en op Nederland in de wereld: veel van ons onderzoek concentreert zich op nationale en lokale/regionale bronnen, casussen en geschiedenissen, maar analyseert deze in relatie tot de internationale context en met oog voor transnationale cultuuroverdrachten en ontwikkelingen.

Onderzoekslijnen

We worden hierbij verbonden door een nadruk op subjectieve ervaringen, herinneringen en duidingen rond welzijn, ziekte en zorg en de wens om meervoudige perspectieven in het debat sterker te laten klinken. We raken geïnspireerd door het pionieren met nieuwe manieren van onderzoek doen, door bewegingen richting citizen science, disability studies en participatory history.
Naast deze inhoudelijke verbondenheid kent de vakgroep ook methodologische verbondenheid via het gebruik van technieken als mondelinge geschiedenis (oral history), storytelling, narratieve analyse, het bestuderen van omstreden erfgoed en het samenwerken met maatschappelijke partners. Concreet leidt dit tot twee onderzoekslijnen:

1. Ervaringsdeskundigheid en emancipatie

Een van onze onderzoekslijnen richt zich op inclusie van (nog) niet of minder gehoorde stemmen in het debat over cultuur en gezondheid. Met een historische en filosofische blik reflecteren we kritisch op onderliggende normen en waarden die schuilgaan achter huidige regimes van gezondheid en genezing.

Om meerstemmigheid en emancipatie in het onderzoek te bevorderen verstevigen we de inzet van ervaringsdeskundigheid in ons onderzoek. We laten zien welke onderhandelingen plaatsvonden of -vinden tussen artsen, 'patiënten' en naasten in het definiëren van ziekte en de omgang ermee. Het is ons doel om de verschillende partijen in dit onderhandelingsproces tot hun recht te laten komen in hun visies, belevingen en interpretaties, die kunnen klinken in vertelde verhalen, egodocumenten, autobiografische literatuur of media-uitingen.

We richten ons daarbij met name op mentale gezondheid, onder de noemer Mental Health Humanities, waarbij we geïnteresseerd zijn in de culturele dimensies van mentale gezondheid. We buigen ons bijvoorbeeld over actuele discussies rond de vraag in hoeverre culturele ontwikkelingen zoals neo-liberalisering, de prestatiemaatschappij en de opkomst van social media mogelijk samenhangen met de recente scherpe toename van mentale gezondheidsproblemen als eenzaamheid, depressie en burn-out. We analyseren de problematiek van stigma en stereotypering bij mentale gezondheidsproblemen; de existentiële dimensie in de psychiatrie; psychiatrische behandelvormen in relatie tot filosofische mensbeelden; en de rol van geestelijke weerbaarheid bij het omgaan met mentale gezondheidsproblemen.

2. Welzijn en gezondheid in relatie tot fysieke omgevingen en erfgoed

De fysieke en culturele omgeving waarin mensen leven heeft een grote invloed op hun welzijn. Velen voelen zich verbonden met het landschap (de stedelijke omgeving of rurale ruimte) waarin ze wonen, werken en recreëren. In Nederland is het landschap bij uitstek een cultuurproduct, waaraan soms dan ook belangrijke erfgoedwaarden worden toegeschreven. Landschappen, culturele objecten en praktijken kunnen identiteitsversterkend werken en worden onder andere behouden en ingezet als cultureel erfgoed ter versterking van het algemeen welzijn. Mensen kunnen dan ook lijden onder drastische aantastingen van landschap, natuur of milieu (solastalgie) en het (ervaren van een) verlies van cultureel erfgoed kan zorgen voor een gevoel van ontheemding.

In deze onderzoekslijn bestuderen we vanuit een cultureel-ecologisch perspectief hoe mensen zich voegen naar de zich wijzigende stedelijke of landelijke omgeving, hoe ze die omgeving op hun beurt aanpassen aan hun behoeften en welke betekenissen mensen geven aan veranderingen in hun omgeving. Ook belichten we hoe erfgoed (al dan niet) welzijnsbevorderend kan werken, bijvoorbeeld door het onderzoeken van de bijdrage die het kan leveren aan het losmaken van emoties en het reflecteren op identiteit.