Onderzoek binnen mbo
Het ministerie van OCW stimuleert promotieonderzoek door docenten. Hiermee wordt een onderzoekscultuur in scholen bevorderd en het draagt bij aan een kwaliteitsverbetering van het onderwijs. In het mbo bevindt deze onderzoekscultuur zich nog in een beginstadium. Voor de mbo-docenten is de weg naar een promotie vaak geen gebaand pad en zij zitten vaak nog met een veel vragen, zoals: hoe kom je van een idee tot een promotievoorstel? Of, wat houdt een promotietraject eigenlijk precies in? En: is het wel een realistische keuze?
Praktische en inhoudelijke ondersteuning
Tijdens het pre-promotietraject oriënteren mbo-docenten zich op een promotietraject: is promoveren wat voor mij? Ze frissen hun onderzoeksvaardigheden op en werken aan een onderzoeksplan. Vervolgens werken ze toe naar een aanvraag voor een promotiebeurs of verkennen ze andere paden om hun promotie te financieren. Uit eerdere ervaringen met pre-promotietrajecten is gebleken dat deze praktische en inhoudelijke ondersteuning voor docenten een belangrijke stimulans is om hun belangstelling in onderzoek om te zetten tot een daadwerkelijk promotietraject. Bovendien vergroot het de kans op het verkrijgen van een promotiebeurs.
Professionalisering
Niet alle deelnemers zullen uiteindelijk ook gaan promoveren. Voor degenen die besluiten geen promotieonderzoek te doen biedt het traject een opfrissing van onderzoeksvaardigheden. Dit kan docenten helpen om een (grotere) rol gaan spelen bij het coördineren of uitzetten van onderzoeksactiviteiten op de instelling, al dan niet binnen een practoraat. Of met collega’s in het team de eigen onderwijspraktijk kritisch onder de loep nemen.
Informatie en aanmelden
In september gaat een derde groep van start. Aanmelden kan tot en met 1 april 2019. Zie voor meer informatie en aanmelding de website van ecbo.
nb: Aanmelden is niet meer mogelijk.
Het pre-promotietraject is ontwikkeld op initiatief van de beroepsvereniging opleiders in het mbo (bvmbo met expertisecentrum beroepsonderwijs ecbo), Lectoraat Beroepsonderwijs van Hogeschool Utrecht (HU) en de Open Universiteit (OU).