Gendergelijkheidsplan: dataverzameling en monitoring
Op basis van de huidige organisatiegegevens over gendersamenstelling, wordt gericht gemonitord op de vertegenwoordiging van vrouwen binnen de top van het bestuur, onder universitair hoofddocenten en bij IT-functies binnen de Open Universiteit.
Stimuleren evenredige man/vrouw verdeling
De onderstaande initiatieven dragen bij aan het stimuleren en monitoren van een evenredige vertegenwoordiging van vrouwen en mannen binnen hogere functies van de Open Universiteit.
- Oprichting van de Kerngroep vrOUw in 2010: deze kerngroep houdt zich bezig met het vergroten van het aandeel vrouwen in hogere functies, zowel in het wetenschappelijk personeel als in het ondersteunend en beherend personeel.
- In de 'Procedure Benoemingen van Hoogleraren aan de Open Universiteit' wordt nadrukkelijk aandacht besteed aan vrouwelijk talent. Eén van de maatregelen is dat gestreefd wordt naar een gelijke verhouding van mannen en vrouwen in de Benoemingsadviescommissie (BAC).
- Aansluiting bij het Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren (LNVH): het LNVH heeft ten doel het bevorderen van een evenredige vertegenwoordiging van vrouwen binnen de universitaire gemeenschap en zet zich in voor een structurele en duurzame verbetering van de positie van vrouwen in de wetenschap. Het LNVH monitort de man-vrouw verdeling in de wetenschap en de percentages vrouwelijke wetenschappers en bestuurders aan de Nederlandse universiteiten, universitair medische centra en in andere wetenschappelijke organisaties. Jaarlijks worden de cijfers van de OU met de LNVH besproken. Vacatures voor decanen en hoogleraren worden door de OU verstuurd aan het LNVH ter verspreiding naar de leden van het netwerk.
Streefcijfers
De Open Universiteit streeft verder naar een evenredige vertegenwoordiging in de topfuncties van de instelling. De doelstelling voor 2027 is een vertegenwoordiging van 50% vrouwelijke hoogleraren en 50% vrouwen in de top van het bestuur bestaande uit het College van bestuur en het managementteam van decanen, directeuren en afdelingshoofden. Dit sluit aan bij het SER-advies Diversiteit in de top, tijd voor versnelling.
Om dit te stimuleren en monitoren, wordt een streefcijfer van 30% in 2025 ingesteld t.a.v. de man/vrouw-samenstelling in de top van het bestuur. Ditzelfde streefcijfer van minimaal 30% geldt organisatiebreed ook voor alle andere WP- en OBP-functies. Bij wervingsprocedures voor de top van het bestuur, UHD-functies, en IT-functies die niet leiden tot de aanstelling van een vrouw en waarbij het streefcijfer van 30% vrouwen niet behaald is, dient aangegeven te worden wat de afwegingen voor de betreffende keuze zijn geweest.
Om gendergelijkheid verder te stimuleren en monitoren in andere lagen van de organisatie, en in het bijzonder onder universitair hoofddocenten en IT-functies, rapporteren faculteiten en diensten vanaf 2022 in hun jaarplan over de gendersamenstelling van het personeel. Bovendien vormt de gendersamenstelling van het personeel een vast onderdeel van de jaargesprekken gevoerd door het College van bestuur met alle organisatieonderdelen. In deze gesprekken worden doelstellingen geformuleerd en geëvalueerd of deze doelstellingen worden behaald.