NW_OverOnsOnderzoek_16936_head_large.jpg

Effecten van bestrijdingsmiddelen en natuurbescherming

In 2019 publiceert het Intergovernmental Panel on Biodiversity and Ecosystem Services (IPBES, 2019) een alarmerend rapport over het verdwijnen van ecosystemen en de achteruitgang van biodiversiteit (IPBES, 2019). De intensivering van landbouw en het gebruik van pesticiden (zie b.v. Van der Sluis, 2020; Goulson, 2021) worden genoemd als een van de belangrijke oorzaken.

In het licht van het bovenstaande is de uitspraak van die Rechtbank Noord Nederland op 18 juni 2021 deed over de vergunning van lelieteelt van belang1. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, waarin Vereniging Milieudefensie handhaving eiste van de vergunningplicht op grond van de Wet natuurbescherming (Wnb)van een project ten behoeve van lelieteelt op percelen in de nabijheid van Natura2000 gebied Holtingerveld.

De uitspraak maakt duidelijk dat de provincies2 alleen toestemming kunnen verlenen voor lelieteelt als uit een passende beoordeling duidelijk is geworden dat er geen significant negatieve effecten zijn voor beschermde natuurwaarden.

Tot op heden spelen de effecten van bestrijdingsmiddelen geen rol in natuurbescherming en de vergunningverlening die onderdeel is van de Wet natuurbescherming. De uitspraak van de Rechtbank Noord Nederland betekent dat dit zal moeten veranderen.

Om aan deze verplichting te voldoen is het van belang om een synthese te maken van de wetenschappelijke literatuur over de effecten van bestrijdingsmiddelen op biodiversiteit en deze te vertalen naar een praktisch handreiking voor het opstellen van een passende beoordeling van deze effecten op beschermde natuurwaarden.

De Europese Commissie schrijft het volgende over een dergelijke passende beoordeling: 
'De passende beoordeling dient om vast te stellen of het plan of project, afzonderlijk of in combinatie met andere plannen of projecten, gevolgen voor het gebied kan hebben, rekening houdend met de instandhoudingsdoelstellingen van dat gebied. De conclusies moeten de bevoegde instanties in staat stellen na te gaan of het plan of project de natuurlijke kenmerken van het betrokken gebied niet zal aantasten. De nadruk bij de passende beoordeling ligt derhalve specifiek op de soorten en/of de habitats waarvoor het Natura 2000-gebied is aangewezen' (EC, 2018).

Genoemde uitspraak werpt de vraag op: Aan welke criteria moet een passende beoordeling van lelieteelt voldoen om te komen tot een objectieve en toetsbare beoordeling van de effecten van lelieteelt op beschermde natuurwaarden?

Het opstellen van een passende beoordeling over de effecten van lelieteelt op beschermde natuurwaarden is een complex vraagstuk waarbij veel verschillende zaken aan de orde zijn en waarin gebruik moet worden gemaakt van de juiste wetenschappelijke kennis. In de beoordeling zal aandacht moeten zijn voor sterk uiteenlopende fysische eigenschappen van bestrijdingsmiddelen, effecten van drainage en beregening op bodem, oppervlaktewater en grondwater en de doorwerking in het ecosysteem.

Het onderzoeksonderwerp komt voort uit een vraag van de vereniging Meten=Weten

De Vereniging Meten=Weten is een initiatief van inwoners in de gemeente Westerveld die zich zorgen maken over de effecten van het grote gebruik van pesticiden in de landbouw (met name in de lelieteelt) op natuur en gezondheid. De vereniging is belanghebbende bij de vergunningverlening over lelieteelt en in die hoedanigheid heeft zij behoefte aan kennis om de kwaliteit van toekomstige 'passende beoordelingen' van lelieteelt of vergelijkbare agrarische activiteiten op waarde te kunnen schatten zodat zij op basis van relevante wetenschappelijke inzichten kan participeren in een vergunningverleningsproces.

Literatuur en achtergrondinformatie

1 https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBNNE:2021:2483
2 Provincies zijn in het kader van de Wet natuurbescherming bevoegd gezag voor het verlenen van vergunningen.