Historisch scepticisme
Een belangrijke conclusie in zijn onderzoek is dat Lessing een radicale vorm van historisch scepticisme voorstaat. Dat wil zeggen, Lessing ontkent dat de historicus het verleden kan kennen en beschrijven zoals het zich daadwerkelijk heeft voorgedaan. Hij voert daarvoor uiteenlopende argumenten aan. Zo wijst hij er bijvoorbeeld op dat het bewijsmateriaal dat wordt overgeleverd op geen enkele wijze representatief is. Het is fragmentarisch, gekleurd en gemaakt door bepaalde maatschappelijke klassen. Lessing concludeert overigens niet, dat omdat de historicus het verleden niet kan kennen, geschiedschrijving niet van belang zou zijn. Integendeel, geschiedschrijving is van het grootste belang voor de identiteit van een gemeenschap.
Belangrijkste reden voor dit onderzoek was na te gaan wat het begrip 'Sinngebung des Sinnlosen' daadwerkelijk inhoudt en zodoende iedereen die hiermee in zijn werkveld te maken krijgt, te laten beseffen wat geschiedbeoefening inhoudt. 'Lessing is radicaal in zijn conclusies, maar is historisch gezien zeer van belang', aldus Herman Simissen.
Over Herman Simissen
Drs. Herman (H.G.J.M.) Simissen is werkzaam bij de faculteit Cultuur- en rechtswetenschappen van de Open Universiteit. Zijn expertise ligt op het gebied van Europese geschiedenis in de twintigste eeuw, met nadruk op de cultuurgeschiedenis respectievelijk de geschiedenis van de Europese integratie. Zijn tweede expertise betreft de filosofie van de cultuurwetenschappen, in het bijzonder de filosofie van de geschiedenis. Binnen dit expertisegebied is hij gespecialiseerd in het werk van de Engelse filosoof R.G. Collingwood. Naast zijn werk is hij hoofdredacteur van het tijdschrift 'Streven'.
De promotor is prof. dr. W.J. van der Dussen (Open Universiteit).