Leopold Must Fall?
Nu de standbeelden van Leopold II van hun sokkel vallen, hoe onderrichten we onszelf over zijn kolonie?
Leopold Must Fall. De woorden worden realiteit. In België verwijderen ambtenaren publieke standbeelden van Leopold II als reactie op antiracisme protesten.
Leopold II heeft een beruchte reputatie. Van 1885 tot 1908 was hij alleenheerser van een koloniaal regime waarin massamoord en menselijke tragedies dagdagelijkse gewoonte waren. De impact van zijn destructief bestuur van Onafhankelijke Congostaat, heden de Democratische Republiek Congo, is immens.
Koloniale geschiedenis
Het ter discussie stellen van dit stuk koloniaal erfgoed maakt uiteraard deel uit van een bredere protestbeweging die volgde op de moord op de zwarte Amerikaan George Floyd in Minneapolis in mei 2020. Over de hele wereld begonnen activisten structureel racisme aan te klagen door de verwijdering te vragen van publieke monumenten en straatnamen die slavenhandelaren en koloniale officieren eren. Hun acties hebben verandering op gang gebracht. Het (witte) publiek werd via #EducateYourself opgeroepen om zich bij te scholen over de geschiedenis van de slavernij, imperialisme en racisme. Koloniale geschiedenis is nu een verplicht onderwerp op middelbare scholen in Vlaanderen en een bijzondere Kamercommissie 'Congo/Koloniaal Verleden' werd deze zomer opgericht die België moet helpen om in het reine komen met het koloniaal verleden en perspectief dient uit te tekenen voor de toekomst.
Discussie
Intussen werden al vraagtekens geplaatst bij de gretigheid waarmee het refrein #EducateYourself werd opgepikt door de mainstream media. Velen van ons voelen de behoefte om bij te leren over sociale onrechtvaardigheid, maar het verband tussen leren en actie tegen sociale onrechtvaardigheid is niet altijd duidelijk. Zo kan de discussie voeren over historisch racisme op mainstream en sociale media platforms makkelijk verzanden in het etaleren van morele waarden, een discours dat duidelijke beperkingen heeft als het niet gepaard gaat met een engagement om die morele waarden ook in de praktijk om te zetten. Het risico bestaat, zoals Tre Johnson onlangs opmerkte, dat 'terwijl zwarte mensen lijden, witte mensen enkel lid worden van een leesclub'.
De geest van koning Leopold II en de plundering van de Congo
Terwijl de standbeelden wankelen, zullen velen zich op de boeken storten. Als hoogleraren koloniale en postkoloniale letterkunde waarderen wij uiteraard zulke inspanningen! Maar nieuwe problemen ontstaan wanneer het verlangen om bij te leren een moeilijk en omstreden bladzijde van de geschiedenis betreft. Neem nu bijvoorbeeld Congo. In de verslaggeving over de recente discussie omtrent de standbeelden van Leopold II, hebben mainstream media, vooral in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk, hun lezers doorverwezen naar het populaire boek De geest van koning Leopold II en de plundering van de Congo van de Amerikaan Adam Hochschild. Dit is begrijpelijk: Dit boek biedt een meeslepend verslag over de onafhankelijke Congostaat, de auteur is erin geslaagd om deze historische tragedie onder de aandacht te brengen van een breed publiek.
We zoeken geen bondgenootschap met apologeten van de koloniale geschiedenis die de reputatie van Leopold II blijven verdedigen tegenover de vernietigende beschrijving van Hochschild. Maar in ons gedane onderzoek hebben we ook vraagtekens geplaatst bij het invloedrijke verhaal van Hochschild.
Onafhankelijke Congostaat
Hochschild stelt dat Leopold II door koloniale archieven te verbergen het begin inluidde van een grote vergetelheid tegenover het koloniale verleden in de Belgische samenleving. Maar precies door te stellen dat hij de gruwelijkheden die plaatsvonden in de onafhankelijke Congostaat voor het eerst weer aan het licht brengt, herhaalt Hochschild een retorische beweging die generaties van geschiedkundige werken over de onafhankelijke Congostaat juist kenmerkt, bijvoorbeeld in de werken Jules Marchal en Daniel Vangroenweghe waar Hochschild zich op baseert. Telkens opnieuw worden de ontstellende gebeurtenissen die zich voltrokken in de onafhankelijke Congostaat veroordeeld of ontkend; vervolgens worden ze weer opgeborgen, herontdekt, veroordeeld, ontkend enzovoort. Net zoals de Britse Edmund Dene Morel, tijdgenoot van Leopold II en oprichter van de protestbeweging the Congo reform Association, het publiek kon bespelen met zijn journalistieke flair, zo biedt de ervaring dat de Congolese geschiedenis nu eindelijk onthuld wordt in De geest van koning Leopold II en de plundering van de Congo aan lezers de mogelijkheid om zich te scharen aan de kant van de helden van de geschiedenis. Hun ontdekking van de koloniale gruwelijkheden vanuit een perspectief van onschuld weerspiegelt hun eigen perspectief. Deze vorm van geschiedschrijving ontdoet ons van de taak om bredere, structurele verklaringen te zoeken voor wat gebeurd is in het verleden en hoe dit verleden nog doorwerkt en als zodanig betrekking heeft op ons, in de postkoloniale samenleving van vandaag.
Ethisch model van koloniaal bestuur
Het 'heldendom' waar Hochschild naar verwijst in de Engelstalige ondertitel van zijn boek - A Story of Greed, Terror and Heroism in Colonial Africa zijn Amerikanen en Europeanen wiens verontwaardiging over het geweld in koloniaal Congo een grote humanitaire campagne op gang bracht. Maar vele van deze figuren waren zelf betrokken bij het grotere koloniale project, en terwijl ze opriepen om de onafhankelijke Congostaat te hervormen, waren ze ervan overtuigd dat een ethischer model van koloniaal bestuur zou moeten opgelegd worden in de regio. Zelden stelden deze figuren de superioriteit van Westerlingen ter discussie. Achter hun liberaal humanitair discours zaten de tegenstrijdigheden van hun positie verborgen. Hun humanitaire campagne legde de nadruk op wantoestanden in Centraal Afrika, die ten koste ging van een breder onderzoek naar wat er gaande was in delen van Afrika die onder het bewind waren van andere koloniale mogendheden. Edmund Dele Morel, de journalist uit Liverpool die de Congo reform Association leidde, werd gesubsidieerd door handelaren in West-Afrika. De befaamde Cadbury familie hielp de luidruchtige mediacampagne tegen het koloniale geweld in de onafhankelijke Congostaat van Morel financieel te ondersteunen, terwijl hun eigen onderneming zich in alle stilte kon onttrekken aan een schandaal dat ging over cacao uit Angola die met behulp van slaven was geteeld.
Actiegroepen met eigen geschiedenis
Deze versie van #EducateYourself doet ook geen recht aan antiracistisch protest en Congolese perspectieven. Zoals historicus Idesbald Goddeeris bijvoorbeeld recent stelde, begonnen antiracistische activisten ongeveer 15 jaar geleden al te ijveren voor de verwijdering van de standbeelden van Leopold II uit het straatbeeld. In plaats van dat ze een soort van ontheiliging van de geschiedenis zouden symboliseren, hebben hedendaagse bewegingen zoals Leopold Must Fall, Black Lives Matter en soortgelijke actiegroepen hun eigen geschiedenis. Ze hebben voorlopers die teruggaan tot aan het tijdperk van Leopold II. Hoewel Hochschild verklaart dat ‘er grotendeels stilte heerst in plaats van Afrikaanse stemmen uit deze tijd’, hebben Congolezen op verschillende manieren weerstand geboden aan het bewind van Leopold II. Zoals Robert Burroughs aantoont in zijn recente boek African Testimony in the Movement for Congo Reform (2018) hebben Congolezen aanklacht aangetekend en bewijs geleverd aan derde partijen.
#EducateYourself
Als Leopold II zou vallen, zouden monumenten ter ere van deze historische figuren misschien zijn plaats kunnen innemen. Niettemin zouden er meer waardevolle antwoorden geformuleerd kunnen worden, ook al zullen deze meer tijd kosten dan het vervaardigen van nieuwe standbeelden. Terwijl we ons over de geschiedenisboeken, buigen botst de uitdaging om onszelf te onderrichten met de behoefte aan een gedekoloniseerd curriculum. Inderdaad begint hier een naar binnen gekeerd idee van #EducateYourself, in tegenstelling tot een onderricht worden door anderen, duidelijk te worden. Immers houdt de wil om zichzelf te onderrichten, tenminste als het iets productiever wil betekenen dan het toekennen en opheffen van witte schuld, iets radicalers in: het bevragen van de manier waarop onderwijs, en kennisproductie in het algemeen, structureel verweven is met witte privilege. Het is belangrijk voor educatoren om nieuwe verhalen te produceren die de problemen met het boek van Hochschild omzeilen die we in dit artikel hebben besproken. Zo zou er dringend iets gedaan moeten worden aan de ontoegankelijkheid van de kennis van Congolese historici over deze periode als we het eurocentrisme van de beschikbare werken willen vermijden. Leren over het verre verleden houdt ook in onszelf onderrichten over de sociale patronen en structuren die ons in de loop houden om de wantoestanden in de Congo steeds opnieuw te ontdekken.
Robert Burroughs is hoogleraar en afdelingshoofd Engelse Literatuur en Cultuur aan Leeds Beckett University. Hij schreef o.a. Travel Writing and Atrocities (2011) and African Testimony in the Movement for Congo Reform (2018).
Sarah de Mul is hoogleraar literatuur, cultuur en diversiteit aan de Open Universiteit Nederland. Haar publicaties bevatten Colonial Memory (Amsterdam University Press, 2011) and The Postcolonial Low Countries (Lexington Books, 2012, met E. Boehmer).
Dit stuk is de Nederlandse vertaling van Burroughs, R & S. De Mul. 'As Leopold II statues fall, how do we 'educate ourselves' about his colony?', gepubliceerd op 20 juli 2020.