Maakt de grote rol van encryptie het opsporingswerk écht anders?
De aanleiding voor dit onderzoek is een dilemma dat bij encryptie komt kijken. Enerzijds is encryptie noodzakelijk om de grondrechten en de digitale veiligheid van burgers, overheden, het bedrijfsleven en de samenleving te beschermen. Anderzijds lijkt encryptie de opsporing te bemoeilijken en daarmee de criminaliteit te faciliteren, wat dan juist weer onveiligheid in de hand werkt. Wouter Stol, bijzonder hoogleraar Politiestudies en Greg Alpár, universitair docent informatica, allebei verbonden aan de Open Universiteit, namen deel aan het onderzoeksteam. Het volledige rapport staat op de website van het WODC.
Encryptie komt meest voor bij georganiseerde criminaliteit
In opsporingsonderzoeken is encryptie gemeengoed geworden, vooral vanwege de mobiele telefoons die opsporingsdiensten in beslag nemen bij opsporingsonderzoeken. Daarop zit bijna altijd een vorm van beveiliging - zoals gezichtsherkenning, vingerafdruk of een pincode - waarmee vaak communicatie- en opslaggegevens versleuteld worden. Andere vormen van encryptie waarmee de opsporing te maken krijgt, zijn versleutelde chatdiensten, vergrendelde laptops, versleutelde e-maildiensten en telefoons die zo zijn gemaakt dat gebruikers er anoniem mee kunnen communiceren (cryptotelefoons). Encryptie komt het meest voor bij georganiseerde (drugs)criminaliteit, cybercrime en kinderporno.
Onderzoek juist versnellen
Wanneer het lukt om encryptie te kraken, kan dit het opsporingsonderzoek vaak juist versnellen. De waarde van ontsleutelde data wordt bovendien gezien als zuiverder dan bijvoorbeeld (getuigen)verklaringen. Volgens de onderzoekers is het dan ook belangrijk dat de politie en haar partners blijven investeren in het ontwikkelen van kennis over en ervaring met encryptie. Maar ook in andere ontwikkelingen, zoals quantum computing en artificial intelligence.
Kat-en-muisspel
De onderzoekers kunnen niet vaststellen hoeveel zaken er niet worden opgelost of hoeveel tijd verloren gaat door encryptie. Anderzijds kunnen ze ook niet vaststellen hoeveel zaken er extra worden opgelost of hoeveel tijd er wordt gewonnen dankzij gekraakte encryptie. De opsporing is daarvoor een te complex geheel van feiten, toevalligheden en omstandigheden. De onderzoekers stellen wel de vraag wat encryptie écht anders maakt voor het opsporingswerk. Het beschermen en verkrijgen van informatie is altijd al onderdeel van het zogenoemde kat-en-muisspel tussen politie en criminelen. Uiteindelijk, zo stellen de onderzoekers, vraagt digitalisering van politie en haar partners meebewegen en aanpassen aan wat er op hen af komt.