Goede voornemens
Van Buul onderzocht groepen die de intentie hadden om gezond te eten. Hij keek hoe vaak zij voedingsinformatie opzochten over energie, zout, suiker en verzadigde vetten. Zo wilde hij zien of het raadplegen van informatie over deze vier “kwaden” leidt tot gezondere keuzes. Hij stelt vast dat ondanks de goede bedoelingen, er toch vaak ongezonde keuzes worden gemaakt. Voedingsinformatie kan helpen goed te kiezen als de consumenten die informatie grondig lezen en goed interpreteren. Opvallend is dat gezondheidsbewuste mensen die veel zelfvertrouwen hebben in hun vermogen om gezonde keuzes te maken, in sommige gevallen juist minder informatie raadplegen over energie, zout, suiker en verzadigd vet. Zij denken dat ze het al weten, zonder te checken of die ook juist is. En maken dan, ondanks hun voornemen om gezond te eten, toch ongezonde keuzes.
Terechte en onterechte gezondheidsclaims
In dit kader voegt de voedingsindustrie ook vaak ingrediënten aan hun producten toe die de gezondheid ten goede zouden komen. In hun informatie over het product leggen ze de nadruk op de toegevoegde ingrediënten (Omega3, meervoudig onverzadigde vetzuren, probiotica, vitamine-C) of claimen gezondheidseffecten (voor sterke botten, goed voor hart- en bloedvaten, etc.). Van Buul onderzocht hoe zinvol dat is. Hoe consumenten reageren op dit soort voedings- en gezondheidsclaims? Zijn conclusie is dat ze maar beperkt effect hebben. De consument koopt het product alleen als hij het echt nodig heeft, het voedingsingrediënt accepteert, het gezondheidsvoordeel begrijpt én het merk vertrouwt. Van Buul waarschuwt fabrikanten dat de claims ook negatieve reacties oproepen. Zo zou een suikervrije hamburger met extra vezels waarschijnlijk geen succes worden bij de McDonalds. En chocolade-ijs met creatine – goed voor krachtsporters – zal niet bij elke consument aanslaan. Fabrikanten zijn in hun marketing sterk gefocust op het onderbouwen van hun voedingsclaims. Zijn advies is om meer oog te hebben op het effect van die voedingsclaims op de consumenten. Daarbij moeten ze niet alleen kijken naar het effect op de intentie om te kopen, maar vooral ook naar het daadwerkelijke koop- en consumptiegedrag.
Promotores zijn prof. dr. Lilian Lechner (Open Universiteit) en em. prof. dr. Fred Brouns (Universiteit Maastricht).
Vincent van Buul