Interviews met leidinggevenden en professionals
Boelhouwer ging in gesprek met 47 professionals en 11 leidinggevenden en inventariseerde hun ervaringen en ideeën over de begeleiding van deze werkenden. Professionals waren mensen die beroepsmatig ervaring hebben met het begeleiden van (ex)kankerpatiënten op het werk. Dat kunnen dus HRM managers zijn, maar ook bedrijfsartsen, re-integratieadviseurs, arbeidsdeskundigen, coaches, oncologische fysiotherapeuten etc.
Aanbevelingen
Op basis van een analyse van de gesprekken formuleert Ingrid Boelhouwer een aantal aanbevelingen:
- Als een werkende laat weten dat bepaalde late effecten van kanker of de behandelingen invloed hebben op het werk, dan is het belangrijk om als leidinggevende het perspectief van de werkende als startpunt te nemen en dan sámen mogelijke oplossingen te verkennen.
- Cognitieve problemen, vermoeidheid, problemen met energie en vitaliteit, en mogelijk ook burn-out klachten, kunnen met elkaar samenhangen. Het is dan belangrijk goed uit te zoeken wat oorzaak en gevolg is.
- Autonomie in het werk is enorm belangrijk. Wanneer taken worden aangepast, kan echter tegelijkertijd onbedoeld de autonomie in het werk minder worden. Advies is daarom om bij een wijziging van taken of verantwoordelijkheden rekening te houden met de mate van autonomie waar deze werkende behoefte aan heeft.
- De psychologische veiligheid binnen organisaties om open te zijn over late effecten is belangrijk. Dit is een algemeen aandachtspunt binnen organisaties.
- Professionals zijn zelf soms óók ervaringsdeskundig. De ervaringskennis van deze groep kan bijzondere eyeopeners bieden binnen de eigen beroepsgroep.
Lees meer over het onderzoek en de conclusies in BMC Public Health:
Boelhouwer et al. 'Late effects of cancer (treatment) and work ability: guidance by managers and professionals’, BMC Public Health (2021) 21:12.