null Hoe hou je je hoofd op orde als je lijf ziek is?

Home_ZiekZijn_17009_head_large.jpg

Hoe hou je je hoofd op orde als je lijf ziek is?

In Nederland leven ongeveer 800.000 Nederlanders met of na kanker. Na de diagnose moet gewerkt worden aan fysiek herstel, maar ook aan de acceptatie van de ziekte. Naast pijn en vermoeidheid kampen mensen met angst en verdriet. Dat zijn emoties die erbij horen, maar het leven tijdens of na de ziekte ook extra moeilijk kunnen maken. Assistent professor gezondheidspsychologie Marjan Nijkamp legt uit hoe verschillende patiënten ziekte beleven en welke ondersteuning hun psychosociale problemen kan verlichten.

De diagnose

Vanaf het moment dat een dokter iemand ernstig ziek verklaart, is het leven plotsklaps niet meer hetzelfde als daarvoor. De diagnose confronteert de patiënt met de eigen eindigheid. Vaak is het geloof in de gezondheid en de manier van leven in één klap weg. Veel mensen hebben vragen als 'Waarom gebeurt dit mij?' Het dwingt mensen een nieuw zelfbeeld op te bouwen. Ook omgaan met beperkingen is voor veel mensen lastig. Hulp vragen aan anderen of te moe zijn voor feestjes heeft ook invloed op het sociale leven. Toch lukt het de meeste mensen een nieuwe realiteit te vinden en te accepteren zonder professionele hulp.

De strijd aangaan

Zeker patiënten met een optimistische aard, aanpassingsvermogen en steun uit de omgeving geven de ziekte een plek en kunnen verder. Toch kan het ook bij de moedigste patiënten mis gaan. Wie de ziekte ziet als een gevecht, legt veel druk op zichzelf. Want wie krijgt dan de schuld als de ziekte terrein wint? Dat is een moment waarop een oncologieverpleegkundige de hulp in kan schakelen van een psychologische hulpverlener. Er zijn verschillende vormen van therapie die hierbij kunnen werken. Voor de één helpt een cursus mindfulness, een ander heeft intensieve cognitieve gedragstherapie nodig.

Positieve gezondheid

Bij de vakgroep Gezondheidspsychologie bekijken onderzoekers hoe patiënten hun mentale belasting aangeven. Dit gebeurt meestal nog klachtgericht, zoals bijvoorbeeld met de Lastmeter. Nu wordt een meer krachtgericht alternatief hiervoor bekeken: het spinnenwebmodel vanuit de benadering Positieve gezondheid. Daarin wordt naar alle aspecten in het leven gekeken. Een dergelijke holistische benadering lijkt vooralsnog een goede opmaat naar het bepalen wie baat heeft bij welke interventie. Psychosociale hulpverlening kan dan ook versterken wat juist wel goed gaat. Voor sommige patiënten is de ziekte te zwaar om de draad weer op te pakken. Ze zitten vast in hun slachtofferrol of vluchten in afleiding of medicatie. Rebels worden of boos mag, maar mensen die hun ziekte hun leven laten bepalen hebben baat bij psychosociale hulp.

Pech, straf of een monster?

Hoe een patiënt kijkt naar zijn of haar ziekte bepaalt soms hoe effectief die patiënt werkt aan het herstel. Wordt kanker gezien als een monster in het lijf? Dan is dat heel anders dan wanneer het beschreven wordt als stukjes beschadigd weefsel die weggehaald kunnen worden. Hebben patiënten gerookt en zien ze de ziekte als een straf daarvoor? Dan kan schuldgevoel in de weg gaan zitten. Hulpverleners helpen dan de ziekte anders te bekijken. Ze geven de patiënt als het ware een debriefing. Snappen wat er aan de hand is, helpt bij het accepteren van de gevolgen. Zo komen mensen weer op de beste route naar hun herstel. Dat kan ook zinvol zijn voor mensen die tijdens hun ziekte alle medeleven wegwuiven en doorgaan tot het elastiek knapt.

Weer helemaal de oude?

Patiënten die een ernstige ziekte hebben overleefd, kampen soms lang na hun fysieke herstel met relationele en emotionele problemen die voorkomen hadden kunnen worden. Zou een psychosociale check van ex-patiënten standaard moeten worden nu steeds meer mensen de ziekte kanker kunnen overleven?