Dezelfde symptomen, andere oorzaak
Een van de redenen waarom het zo moeilijk is om een onderscheid te maken tussen autisme en ADHD is het feit dat de twee groepen veel gemeenschappelijke symptomen vertonen. Beide groepen kunnen bijvoorbeeld problemen hebben met aandacht. De oorzaak is verschillend: bij ADHD kan dit te maken hebben met (te veel) afleiding, bij autisme is het vaak te wijten aan gerichtheid op details. Maar de symptomen zijn hetzelfde.
Vertekening
Dat is niet de enige reden waarom de diagnose zo lastig is. Beide groepen hebben meestal tegelijkertijd vaak ook andere klachten (comorbide stoornissen). Daardoor wordt het onduidelijk wat de oorzaak is van de klachten. De diagnose wordt ook nog bemoeilijkt doordat de criteria voor gedrag last hebben van leeftijdsvertekening (de gedragscriteria zijn afgeleid uit onderzoek bij met name kinderen) en gendervertekening (mannen zijn oververtegenwoordigd in de onderzoeken). En je hebt bij volwassenen te maken met compenseren en maskeren van symptomen en onbetrouwbaarheid van achteraf verkregen informatie. De gangbare instrumenten om een diagnose te stellen, worstelen met deze problemen.
Autisme of ADHD?
Onderzoekers zoeken al langer naar een manier om de twee diagnoses goed te kunnen onderscheiden. Daarbij hebben ze vooral gekeken naar de mogelijkheden van aandacht- en inhibitietesten. Maar de testresultaten van de twee groepen zijn te weinig verschillend om er een diagnose op te baseren. Broers heeft in haar masteronderzoek gekeken of het met een intelligentietest wel mogelijk is om een onderscheid te maken tussen autisme en ADHD. Daartoe heeft ze de testresultaten van 349 volwassenen met de diagnose autisme of ADHD geanalyseerd.
Geen verschil in intelligentie
Uit haar onderzoek blijkt helaas dat, net als bij aandacht- en inhibitietesten, het onderscheidend vermogen van de gebruikte intelligentietest (WAIS-IV-NL) nihil is. Volwassenen met autisme of ADHD verschillen niet van elkaar in het totale IQ of als het gaat om Verbaal begrip, Perceptueel redeneren, Verwerkingssnelheid en Werkgeheugen. De subtests laten wel verschillen zien. Volwassenen met autisme presteren zwakker op de subtests Symbool zoeken en Figuren samenstellen dan volwassenen met ADHD. De verschillen zijn echter klein. Broers concludeert: 'Voor de praktijk heeft de inzet van een intelligentietest dus geen betekenis in het diagnostisch proces rond volwassenen met autisme en ADHD.' Dat betekent niet dat intelligentietests zinloos zijn. Broers vervolgt haar betoog: 'Wel kan een onderzoek naar de intelligentie relevante kennis opleveren over het niveau van het individueel functioneren, zodat een behandeling daarop afgestemd kan worden. Maar de vraag 'autisme of ADHD' blijft voorlopig dus moeilijk te beantwoorden.'
Broers, S.D.M., van Lankveld, J.D.M., & van Hooren, S.A.H. (2019). Verschillen volwassenen met autisme of ADHD in hun intelligentie? Wetenschappelijk Tijdschrift Autisme, 18(1), 54-63. Het artikel is helaas alleen toegankelijk voor abonnees.