Laatbloeiers
In de ontwikkeling van autisten lopen allerlei zaken asynchroon waardoor ze vaak als afwijkend worden gezien. Hierdoor zijn het ook niet zelden laatbloeiers. Bij autisme is het zo dat het 'ontdekken van hoe de wereld in elkaar zit' eerder op gang komt dan de sociale ontwikkeling. Autistische kinderen ontdekken veel op eigen houtje. De sociale ontwikkeling ten opzichte van andere kinderen komt daardoor ook veel later op gang waardoor ze vaker vastlopen op school en uitvallen. De andere kant is dat ze bijna als vanzelf een kritische en wetenschappelijke houding ontwikkelen. Autisme heeft namelijk ook positieve kanten.
Aantrekkelijkheid van exacte vakken
Een onderzoek onder alle studenten van de Universiteit van Amsterdam wees uit dat het percentage studenten dat zelf aangeeft dat ze autistisch zijn slechts 0,4% was. Bij de vakgroep Informatica van de Open Universiteit zegt 11% van de respondenten dat te zijn. 'Deze percentages zijn niet helemaal vergelijkbaar omdat de vraag is of het aantal respondenten representatief is voor alle studenten en autistische studenten bovendien vaker kiezen voor exacte vakken, maar het enorme verschil zegt toch veel,' licht Stuurman toe. 'Wie autistisch is, kan slecht met onvoorspelbaarheid omgaan. Daarom zijn 'vage' studies minder in trek dan exacte studies als wiskunde, natuurwetenschappen en informatica. Het vakgebied rechten lijkt op het eerste gezicht uit expliciete regels te bestaan: de wetgeving. Als je autistisch bent, ben je er waarschijnlijk goed in om wetteksten heel precies te lezen, maar het is moeilijk om ze in een context toe te passen en te interpreteren vanuit die context. Dat heb je bij een rechtenstudie heel hard nodig. En bij cultuurwetenschappen draait het heel erg om interpretatie. Je moet bijvoorbeeld een schilderij in de context van de tijd waarin het geschilderd werd kunnen plaatsen. Het is interessant om te onderzoeken hoe anders het bij de andere wetenschapsgebieden is.
Screenen op autismevriendelijkheid
Stuurman: 'Het soort problemen waar autistische studenten tegen aan lopen zal waarschijnlijk wel overal hetzelfde zijn. Zij lezen bijvoorbeeld bij tentamens een vraag heel precies, en zonder context. Niet zelden wordt er een context verondersteld in een tentamenvraag. Dan kunnen ze echt vastlopen op zo'n vraag. En het bezoeken van begeleidingsbijeenkomsten levert autistische studenten veel extra vermoeidheid en concentratieproblemen op. Thuis een uur in de boeken duiken is effectiever. Het online onderwijs aanbieden en geen fysieke hoorcolleges geven is een groot voordeel. Het helpt ook als docenten flexibel zijn als eens iets niet lukt of een deadline niet gehaald wordt. Creëer een veilige omgeving en wees benaderbaar.' In principe weten docenten niet wie van hun studenten autistisch is. Dit wordt nergens geregistreerd en als studenten dit zelf niet aangeven dan kunnen docenten daar op individueel niveau ook lastig rekening mee houden. 'Het is daarom belangrijk om bijvoorbeeld teksten in het lesmateriaal op 'autismevriendelijkheid' te screenen en vervolgens verbeteringen door te voeren. Ook relatief simpel te realiseren is het bieden van structuur voor autistische studenten in de virtuele omgevingen: roosters per week maken, opdrachten ruim van tevoren aankondigen en duidelijk beschrijven waar welke informatie is te vinden. Het is aan te bevelen om daar richtlijnen voor te maken en te zorgen dat docenten dit goed bijhouden.'
Onderzoek naar autisme bij informatica-studenten
Vanuit de theorie kun je voorspellen waar autistische studenten moeite mee hebben. Om dit goed in kaart te brengen en ook in de praktijk te toetsen of studenten dit ook zelf aangeven. Daar doet Stuurman onderzoek naar. 'De eerste resultaten worden nu zichtbaar. Duidelijk is dat veel studenten in het autistische spectrum aangeven dat ze bijvoorbeeld van face-to-face-begeleidingsbijeenkomsten weinig opsteken', geeft Stuurman aan. 'Ze geven aan dat ze zich achteraf onvoldoende kunnen herinneren van wat er allemaal is gezegd. Daardoor weegt de tijd die het hen kost niet op tegen wat ze ervan opsteken. Dat is bij niet-autistische studenten anders. Dit heeft als consequentie dat je voor een alternatief moet zorgen. Dat hoor je bij goed onderwijs sowieso te doen, en zeker bij online onderwijs. Een alternatief kan zijn dat je de begeleidingsbijeenkomsten opneemt en online zet. Thuis kun je dan alles nog eens terugkijken op een rustig moment. Zonder alle prikkels die je binnenkrijgt in een ruimte met veel mensen, rumoer en afleiding.' In het onderzoek is ook bekeken of de gestelde vragen op een mondeling tentamen duidelijk zijn. Dan zie je hoge percentages dat dit niet het geval is. 'Maar liefst 50% tegen 12,5% van niet-autisten! Dat is dus een behoorlijk verschil', stelt Stuurman. 'Dit kun je voorkomen door heel concreet en expliciet in je vraagstelling te zijn.' Deze uitkomsten van het onderzoek tonen aan dat je onderwijs beter maakt als je dat goed afstemt op autistische kenmerken. Deze specifieke studenten hebben namelijk als eerste last van zaken die minder goed geregeld zijn. Uiteindelijk hebben álle studenten voordeel van goed gestructureerd onderwijs, zeker wanneer dit online wordt gegeven.