Ben je altijd een held als je helpt bij opsporing?
'De opkomst van burgerparticipatie op het gebied van strafrecht komt deels voort uit onvrede met het feit dat de politie te weinig capaciteit heeft om alle zaken in behandeling te nemen. Gebeurtenissen zoals fietsendiefstal en inbraken, maar ook complexere zaken waarin weinig aanwijzingen zijn, blijven daardoor vaak op de plank liggen. En daarnaast kan de officier van justitie gebruikmaken van het opportuniteitsbeginsel: hij hoeft niet elke zaak die aangebracht wordt te vervolgen.'
Citizen Science als hulpmiddel voor politie
Aan de andere kant maakt de politie al van oudsher gebruik van tips en getuigenissen om criminelen te achterhalen. Wanneer je getuige bent van een incident dat niet in de haak is, ben je zelfs verplicht dit te melden bij de politie. 'Daar draait de grote bulk op. Natuurlijk heeft de politie ook andere middelen om bewijs te verzamelen, zoals het afluisteren van telefoongesprekken, maar in het strafrecht is er meestal een slachtoffer waardoor getuigenissen en tips heel belangrijk zijn. Denk maar aan een programma als Opsporing verzocht.' De laatste jaren neemt Citizen Science een ware vlucht. 'Wetenschappers doen steeds vaker een beroep op burgers bij hun onderzoeksprojecten - denk aan digitalisering van archieven, het in kaart brengen van dialecten, bodemdiertjes tellen of gegevens over fijnstof verzamelen. In opsporing van strafbare feiten vragen we nu ook veel meer aan burgers, bijvoorbeeld om expertise die de politie soms zelf niet heeft, onder andere bij het opsporen van internetcriminaliteit. Of om extra capaciteit te realiseren wanneer dit nodig is, zoals bij grootschalige zoekacties.' Een goed voorbeeld hiervan is Burgernet, dat via sms signalementen van gezochte personen of auto’s naar deelnemende burgers stuurt. 'De nieuwe Mijn onderzoek app, waar vanaf juni mee geëxperimenteerd wordt, stelt burgers zelfs in staat om bewijs te verzamelen, met informatie over hoe je dit het beste kan doen.'
Zelf op zoek
Veelal ontstaat burgeropsporing echter op eigen houtje door burgers die geraakt zijn door een misdaad, of wanneer ze een delict willen voorkomen of oplossen. 'Bijvoorbeeld in de vorm van buurtapps om de wijk veilig te houden. Of met social media: door een foto van een winkeldief te posten op Facebook in de hoop de dader te identificeren,' vertelt Brinkhoff. 'Daarnaast zijn er privédetectives die worden ingehuurd om een zaak op te lossen en initiatieven als Bellingcat, een digitaal collectief dat voorop liep in de onthullingen rondom de MH17. Zij kunnen samenwerken met overheden, maar onderzoeken veelal zaken op eigen initiatief vanuit hun expertise.'
Betrouwbaar bewijsmateriaal
Burgeropsporing kan de politie waardevolle informatie opleveren, maar er kleven ook risico’s aan. 'Doordat burgers geen opleiding hebben gehad om bewijs te verzamelen bestaat de kans dat zij dit beschadigen, denk aan het besmetten van sporenmateriaal. Of dat ze het niet op de juiste manier verkrijgen; bijvoorbeeld door uitlokking. Denk maar aan het YouTubekanaal Pedojagers, waarbij burgers probeerden pedofielen te lokken en op heterdaad te betrappen. Daar maakt een advocaat in de rechtszaal gehakt van.' De vraag is dan ook in hoeverre bewijsmateriaal van burgers uiteindelijk wordt toegelaten door de rechter. Wordt dit bewijs wel betrouwbaar geacht? Aan de andere kant maakt de politie soms dankbaar gebruik van dit materiaal om een dader te achterhalen. 'Omdat burgers zich niet aan allerlei richtlijnen hoeven te houden, wordt er bijvoorbeeld makkelijker DNA-materiaal van mogelijke daders verkregen. Het is wel zo dat de politie dit alleen mag gebruiken als zij er geen weet van heeft; als zij de burger er niet toe heeft aangezet om op die manier informatie te verzamelen.'
Eigen rechter spelen
Veruit het grootste risico is dat van burgers die eigen rechter spelen. 'Wanneer een burger meewerkt en bewijsmateriaal verzamelt, dan moet de politie dit natuurlijk wel serieus oppakken. Doet zij dat niet, dan bestaat de kans dat er nog meer onvrede ontstaat en kan de burger ervoor kiezen om het recht in eigen hand te nemen. En dat kan weer tot geweld leiden. Voorbeeld hiervan is een zaak waarin een vader ontdekt dat zijn dochter gegroomd wordt en hij de dader vervolgens bewerkt met een knuppel. Of een zaak uit Venlo, waarbij een vader en zijn zoons een gezin bijna doodsloegen omdat ze dachten dat een van hen was betrokken bij een inbraak.' Maar ook kleinere vergrijpen als naming en shaming op social media vallen hieronder. 'Het is dan aan de politie om deze 'eigen rechters' terug te fluiten of te vervolgen, zoals in de zaak van Willeke Dost is gebeurd waarbij een burger werd vastgezet voor opruiing. Het strafrecht biedt regels om burgers te beschermen. Bij eigenrichting, het recht in eigen hand nemen, zijn die er echter niet. Je loopt de kans bedreigd te worden of erger. Wanneer we allemaal rechter gaan spelen gaan we feitelijk terug naar de middeleeuwen, toen er nog geen politie was.'
Wat mag dan wél en wat mag niet?
Er ligt bij de overheid een belangrijke taak om burgers voor te lichten over de kaders van burgerparticipatie in het strafrecht. Stel, je betrapt een winkeldief, wat mag je dan doen? 'In het wetboek van strafrecht is er weinig vastgelegd over wat burgers mogen doen, maar zij hebben in ieder geval het recht van 'aanhouden op heterdaad' en 'zelfverdediging bij noodweer'. Je mag bijvoorbeeld iemand die je ziet stelen aanhouden en deze persoon vasthouden tot de politie er is. Rent de winkeldief weg, dan mag je hem niet zomaar neerslaan. Je mag hem wel tegenhouden. Pas wanneer jij vervolgens wordt aangevallen, mag je jezelf verdedigen. Dan is het noodweer. Maar je mag geen excessief geweld gebruiken. Of daar sprake van is wordt naderhand pas beoordeeld door de rechter.' En opnames maken, mag dat? 'Ja, dat mag. Je mag ze natuurlijk niet op Facebook zetten, maar wel naar de politie sturen. In de zaak Holleeder, waarin zus Astrid in het geheim opnamen maakte van de gesprekken met haar broer Willem, kan dit soort bewijs mogelijk wel worden toegelaten.'
Leer meer over burgeropsporing
In dit college heb je meer geleerd over het nut en de noodzaak van burgerhulp bij het oplossen van misdrijven. Er wordt gebruik gemaakt van Citizen Science om verdachten op het spoor te komen, door getuigenissen en tips, of door bewijs te verzamelen en aan te reiken. Ook vanuit de burger zelf wordt er steeds meer actie ondernomen, van kleinschalige zoektochten tot grote opsporingsinitiatieven. Tegen de voordelen van burgeropsporing moeten ook de risico’s afgezet worden. Bijvoorbeeld het beschadigen van bewijs of eigen rechter spelen. Het is belangrijk dat de overheid investeert in goede voorlichting en dat eigenrichting zoveel mogelijk wordt voorkomen. Hoewel de politie niet kan zónder hulp van burgers, ben je dus niet altijd een held als je helpt bij opsporing.