Helpt digitale technologie ouderen om langer thuis te blijven wonen?
'Hoe de ouderenwoning in 2050 eruitziet? Het is misschien flauw om te zeggen, maar ik heb geen idee', lacht Alexander Peine, in september benoemd tot hoogleraar Cultuur, innovatie en communicatie bij de faculteit Cultuurwetenschappen van de Open Universiteit. Dat vraagt om uitleg. Peine is immers een autoriteit als het gaat om onderzoek op het raakvlak van ouderdom, gezondheid en digitalisering. Maar er is geen simpel antwoord op de vraag, meent hij. Hoe dat komt? 'Beleidsmakers en media richten hun aandacht vooral op 'slimmere' technologieën, die ouderen kunnen helpen langer zelfstandig te blijven. Denk aan tablets waarmee je kunt communiceren, sensoren in de vloer die meten wanneer een bewoner valt of robots die je aantikken als je in een stoel zit en niet meer beweegt. Zo maken we van ons huis steeds meer een 'smart home'. Dat kan prima zijn, maar volgens mij is er meer nodig. Ouder worden is immers niet alleen een (bio)medisch, maar ook een cultureel proces. We moeten nadenken hoe technologie hierbij past. Waar hebben we technologie bij nodig en wat werkt nu al in de praktijk? Het is belangrijk dat de technologische hulpmiddelen aansluiten bij de leefwereld van de gebruiker.'
We benaderen ouderen te veel als patiënt
En juist daar wringt de schoen. 'Er worden wel ideeën ontwikkeld, maar we hebben geen idee of die over dertig jaar daadwerkelijk een succes zijn. Het gaat nu met name nog om pilotprojecten met technologische hulpmiddelen. Bij toepassing in de dagelijkse leefomgeving blijkt het resultaat vaak tegen te vallen. Dat komt deels doordat we de ouderen - voor wie die hulpmiddelen bestemd zijn - te veel benaderen als patiënt of als 'probleemgeval'. Een voorbeeld: technologie-ontwikkelaars hebben een app bedacht die diabetespatiënten het script voor een 'ideale' dag presenteert. Ze krijgen op gezette tijden een melding als ze iets moeten eten of moeten bewegen. Heel interessant, maar de gebruikers vinden het niks. Zij willen helemaal niet constant worden herinnerd aan hun ziekte en gebruiken de app bewust niet.'
Wat valt er op sociaal vlak te verbeteren?
Peine heeft ook een idee wat dan wel werkt. 'Allereerst moet je de ouderen zelf betrekken door op dagelijkse basis mee te kijken wat er in hun leven gebeurt. Een tijdrovende klus, die niet meteen aantoont welke technologie helpt bij de zorg. Maar daar gaat het ook niet alleen om. Als ik vooruit kijk naar 2050, dan denk ik eerder aan de manier waarop ouderen leven in de wijk, aan toegankelijkheid, aan de verbinding met andere generaties. Om goed oud te kunnen worden, moeten we kijken wat er op sociaal vlak te verbeteren valt. Pas daarna moeten we ons afvragen welke rol technologie daarin kan spelen.'
Maar beleidsmakers zetten nu vol in op digitale technologie als ondersteuning van ouderen om langer thuis te kunnen blijven wonen. 'Bedrijven spelen daar gretig op in bij het inrichten van het huis van de toekomst. Zij verzinnen allerlei hightech uitvindingen, maar verliezen de gebruiker soms uit het oog. Neem een voorbeeld uit Denemarken. Daar werd in de thuiszorg een zeehondrobot ingezet om de stemming van mensen met dementie te verbeteren. De zorgmedewerkers moesten dat apparaat telkens meenemen op de fiets. Niet handig. Ze kwamen zelf op het idee hun smartphones en tablets te gebruiken om spelletjes te doen of mooie beelden te laten zien, waardoor de stemming van de mensen ook verbetert. Hoewel geen specifieke zorgtechnologie, konden deze toepassingen wel dagelijks worden ingezet in een zorgcontext. Dit voorbeeld laat zien dat een innovatie in de testomgeving prima kan functioneren, maar dat je in de praktijk van alledag soms meer hebt aan bestaande en goedkopere oplossingen.'
Spanningsveld tussen beleid en wensen van ouderen
Weer even terug naar de woning voor ouderen, denkt Peine dan bijvoorbeeld aan een goed ontworpen sta-opstoel, verlichting die de route aangeeft als iemand ’s nachts naar het toilet gaat of kranen met duidelijke kleurcontrasten, die makkelijker te begrijpen zijn voor mensen met dementie. 'Daarnaast zijn er ook gewoon leuke toepassingen, zoals games of VR-brillen waarmee je bijvoorbeeld een fietstocht door de omgeving kunt maken. Zelf zie ik meer in dit soort innovaties die wat speelser zijn dan het normatieve idee dat wij bepalen wat goed is voor iemands gezondheid.'
Uiteindelijk moet de toekomst uitwijzen welke kant het opgaat. 'Nu heerst er een spanningsveld tussen het innovatiebeleid van de overheid, dat gericht is op technologische innovaties, en de wensen van ouderen, die vooral graag onderdeel willen blijven uitmaken van de samenleving. Technologische vernieuwingen hebben daar niet per se iets mee te maken. Zelf vestig ik mijn hoop meer op sociale innovaties, waarin technologieën uiteraard ook een rol zullen spelen. Het probleem is dat goed zorgbeleid duurder is dan technologiebeleid. Hoe we als samenleving met deze vraagstukken omgaan, dat proberen we vanuit de cultuurwetenschappen te begrijpen en daar reflecteren we op.'