null Onderzoek: Hoe kan AI het basisonderwijs inclusiever maken?

OW_AI_Basisonderwijs_Inclusief_22637_head_large.jpg

Onderzoek: Hoe kan AI het basisonderwijs inclusiever maken?

Kunstmatige intelligentie kan het basisonderwijs inclusiever maken. Maar het leidt ook tot ethische dilemma’s. In haar masterscriptie beschrijft student Onderwijswetenschappen Anja Garcet richtlijnen om ervoor te zorgen dat AI een aanwinst kan zijn voor álle leerlingen in het basisonderwijs.

Inclusief onderwijs is erop gericht om uitsluiting op basis van economische status, sociale klasse, geslacht, religie, etniciteit, taal en prestaties te elimineren. Volgens onderzoek zijn er veel redenen waarom onderwijs in divers samengestelde klassen beter is dan een complex systeem van scholen die gespecialiseerd zijn in verschillende groepen leerlingen. Maar dan is het wel nodig om de leerstof te personaliseren om tegemoet te kunnen komen aan de verschillende interesses en vaardigheden van individuele leerlingen.

Persoonlijke behoeften van alle leerlingen

Artificial intelligence (AI) heeft volgens Garcet het potentieel om het onderwijsaanbod te transformeren volgens de persoonlijke behoeften van alle leerlingen. Denk bijvoorbeeld aan intelligente tutorsystemen voor gepersonaliseerde begeleiding, ondersteuning en feedback. Maar er zijn ook allerlei tools die kinderen met lichamelijke, zintuiglijke, communicatieve of verstandelijke beperkingen helpen om deel te nemen aan het onderwijs.

Hoe veelbelovend dat ook klinkt, er zijn ook ethische bezwaren. Uitdagingen hebben bijvoorbeeld te maken met eerlijke en gelijke toegang tot AI-toepassingen. Ook is er bezorgdheid over het gevaar dat AI-algoritmen negatieve stereotypen, sociale ongelijkheid en oneerlijkheid versterken. En natuurlijk moet rekening gehouden worden met de privacy en gegevensbeveiliging van (kwetsbare) leerlingen.

Zes ethische principes

Om te komen tot een ethisch raamwerk voor AI-toepassingen in een inclusieve onderwijssetting in het basisonderwijs keek Garcet naar bestaande ethische principes van onder meer de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) en UNESCO. Zo kwam ze tot zes ethische principes voor gebruik van AI voor inclusief basisonderwijs:

  • respect voor diversiteit
  • rechtvaardigheid (AI- systemen mogen leerlingen niet discrimineren en stigmatiseren)
  • autonomie (ze moeten inspelen op de persoonlijke leerbehoeften van de leerlingen)
  • deskundigheid (leerkrachten en leerlingen moeten voldoende vaardig zijn in het begrijpen en gebruiken van AI)
  • veiligheid (privacygaranties) en
  • verklaarbaarheid (betrokkenen moeten begrijpen hoe data verzameld, geanalyseerd en verwerkt worden).

Vervolgens vertaalde ze de principes naar praktisch toepasbare richtlijnen voor basisscholen.
Een volgende stap in het onderzoekproces, zou volgens Garcet het uittesten van dit raamwerk kunnen zijn in een inclusieve schoolomgeving. Ze benadrukt ook dat samenwerking tussen ontwikkelaars en mensen uit de onderwijswereld noodzakelijk is om AI-toepassingen optimaal te kunnen ontwikkelen voor een inclusief basisonderwijs.

Lees de masterthesis van Anja Garcet: Een ethisch raamwerk voor AI in het inclusief onderwijs.