Inzetten van formatief toetsen
Toetsen is een onlosmakelijk onderdeel van het onderwijs en niet alleen als afsluiting van het onderwijsleerproces. Toetsen zijn ook een middel om het leerproces te ondersteunen en te sturen. Als je toetsen zo gebruikt, spreken we van formatief toetsen. Hoewel deze manier van toetsen steeds meer wordt ingezet, weten we nog steeds niet goed hoe formatieve toetsen het best ontworpen moeten worden. En dus kunnen we nauwelijks antwoord geven op vragen als: welk type vragen moet je stellen, hoe vaak zou je formatief moeten toetsen, hoeveel tijd moet er tussen toetsen zijn?
Geheugenonderzoek
Vanuit geheugenonderzoek weten we dat je informatie beter onthoudt als je die uit het geheugen ophaalt in een toets. En we weten dat het spreiden van toetsen over de tijd een positief effect heeft op het geheugen. Deze effecten, aangeduid met respectievelijk het retrieval effect en het distributed practice effect, zijn robuust en in honderden studies uitgebreid onderzocht. Beide effecten werden allereerst gevonden in het psychologisch laboratorium, maar ze zijn inmiddels ook veelvuldig onderzocht in de onderwijspraktijk.
Concrete adviezen
De effecten die in het geheugenonderzoek zijn gevonden, hebben duidelijk raakvlakken met formatief toetsen. Toch is er in de literatuur nog nauwelijks een koppeling gemaakt tussen de inzichten vanuit het geheugenonderzoek en formatief toetsen. Kim Dirkx, Gino Camp en Desirée Joosten-ten Brinke gaan dat nu wel doen. Hun doel is om op basis van de literatuur over het retrieval effect en het distributed practice effect te komen tot concrete en goed onderbouwde ontwerprichtlijnen voor het ontwerpen van formatieve toetsen.
Het onderzoek ‘Ontwerprichtlijnen voor formatief toetsen vanuit de geheugenpsychologie: 1+1=3?’ wordt gefinancierd door het Nationaal Regieorgaan Onderzoek (NRO) vanuit de call voor overzichtsstudies. Het betreft een eenjarig onderzoeksproject en start in maart 2018.
Meer nieuws van het Welten-instituut.