De Chilenen kunnen vaarwel zeggen tegen Pinochet’s Grondwet
Een verhoging van het toch al zo prijzige metrotarief was de druppel die de emmer deed overlopen in Chili, een land met een minimumloon van 338 Euro. In oktober 2019 gingen demonstranten woedend de straat op en lieten het centrum van hoofdstad Santiago als een slagveld achter. In wat snel uitgroeide tot een onbeheersbare politieke crisis, uitten miljoenen Chilenen hun ongenoegen over het neoliberale model waarop hun land geregeerd wordt. De rechtse president Sebastian Piñera, die Chili kort voor de protesten nog 'een stabiele oase' in een ontwricht Latijns-Amerika had genoemd, sprak van een oorlog 'tegen een onzichtbare en onstuitbare vijand'. De reactie op de protesten was wreed en bracht een repressiegolf op gang waarvan iedereen dacht dat die voorgoed verdwenen was. Maar de demonstranten hadden wel succes. Op 15 november 2019 werd besloten dat de Chilenen in een referendum mogen stemmen of ze een nieuwe grondwet willen.
Grondwet 1980
De grondwet dateert van 1980, en is de juridische erfenis van Pinochet. De tekst was opgesteld door een groep hoogleraren Staatsrecht met een affiniteit voor het militaire regime. De spilfiguur in deze grondwetscommissie was Jaime Guzmán, wiens politieke gedachtegoed kapitalistische, radicaal conservatieve, en antidemocratische doctrines samenbracht. Pinochet beschouwde het als zijn missie om Chili te bevrijden van Salvador Allende’s socialistische democratie. Hij vond in Guzmán een natuurlijke bondgenoot. Guzmán bood Pinochet niet alleen de mogelijkheid om law and order te herstellen, maar ook om geschiedenis te schrijven. Guzmán had in 1978 gezien hoe de democratie hersteld was in Spanje en hoe een einde was gemaakt aan het Franco-tijdperk, en hij was vastbesloten om eenzelfde geschiedenis in Chili te voorkomen. Zijn doel was om een politiek speelveld te creëren waarin zelfs tegenstanders van het regime, mochten zij ooit aan de macht komen, gedwongen werden in een neoliberaal keurslijf.
Stemmen nieuwe grondwet
Op zondag 25 oktober 2020 heeft de Chileense bevolking een beslissende kans om deze erfenis achter zich te laten en weer zelf te beslissen over haar toekomst. Volgens de peilingen zal een overweldigende meerderheid vóór het opstellen van een nieuwe grondwet stemmen. Er is vervolgens een tweederde meerderheid in de Grondwetscommissie nodig om nieuwe bepalingen aan te nemen. Dit houdt in dat alleen breed gedragen bepalingen terechtkomen in de definitieve tekst. Het resultaat is waarschijnlijk een korte en tamelijk neutrale grondwet. En hoewel deze vermoedelijk niet bijzonder progressief zal zijn, zal het democratische proces een veel prominentere rol spelen dan voorheen. Voor een land als Chili, dat zo’n zware erfenis heeft moeten dragen, is een simpel herstel van de representatieve democratie op zichzelf al een gigantische stap voorwaarts.
Evenwicht vrouwen en mannen
En daarbij heeft Chili ook een wereldprimeur: dit zou de eerste keer zijn dat een Grondwet geschreven wordt door een gelijk aantal vrouwen als mannen. Dat is dankzij de sterke feministische beweging in Chili, die discriminatie en geweld tegen vrouwen op de politieke agenda heeft weten te krijgen. Wat er nu komen gaat wordt door bijna iedereen beschouwd als een eerlijk proces. Daarmee raakt het de diepste wortels van de hedendaagse Chileense politiek. Dit is het moment voor Chili om de verdeeldheid die is ontstaan door het dictatoriale verleden en zijn neoliberale erfenis definitief achter zich te laten.
Eduardo Arenas Catalán is universitair docent aan de Faculteit Rechtswetenschappen van de Open Universiteit. Hij is opgegroeid en heeft rechten gestudeerd in Chili.