Herstel van natuurlijk waterbeheer
Co-Adapt valt binnen het EU Interreg-programma 2Seas , één van de grootste grensoverschrijdende programma’s in Europa. Het programmagebied strekt zich uit over de kustregio’s langs de zuidelijke Noordzee en Het Kanaal. Vier landen zijn in het programma betrokken: Engeland, Frankrijk, Nederland en België. Van de eilanden van Scilly tot Norfolk in Engeland en van de Somme in Frankrijk tot het Nederlandse Texel, behelst het 2Seas-programma zowel rurale als stedelijke zones.
Niet-duurzame ontwikkeling van stad en platteland heeft in het 2Seas-gebied geleid tot aantasting van het natuurlijk waterbeheer en de ecosystemen. Hierdoor zijn overstromingen, verontreiniging en verdroging toegenomen. Binnen het Interreg-programma 2Seas wordt gezocht naar flexibele, natuurgebaseerde oplossingen voor klimaatadaptatie (aanpassing aan de klimaatveranderingen).
Oplossingen door co-creatie
Het project Co-Adapt werkt aan oplossingen die zijn gebaseerd op het principe van co-creatie tussen beleidsmakers, wetenschappers en stakeholders (bijv. boeren). Naast de Open Universiteit zijn in het consortium waterbeheerders uit Engeland, Frankrijk en België de onderzoekspartners. Dr. ir. Angelique Lansu, verbonden aan de faculteit Bètawetenschappen van de Open Universiteit, leidt het onderzoeksdeel van Co-Adapt. Met de waterbeheerders in het consortium verwacht het project Co-Adapt dat een gebied van 30.000 ha op deze wijze veerkrachtiger wordt in het geval van overstromingen en droogte.
Barbierbeek
Stikstof in oppervlaktewater vormt een probleem in verscheidene stroomgebieden waar intensieve landbouw voorkomt, zoals in het stroomgebied van de Barbierbeek in Vlaanderen. De Vlaamse Landmaatschappij, één van de consortiumpartners in Co-Adapt, wil door co-creatie met direct belanghebbenden, zoals landbouwers en lokale overheden, de waterkwaliteit in de Barbierbeek verder verbeteren.
Veldonderzoek
Simon de Paepe, masterstudent Environmental Sciences aan de Open Universiteit, onderzoekt of natuurlijke oplossingen voor klimaatadaptatie, zoals wetlands, grachten en vegetatieve bufferstroken, ook helpen bij het wegnemen van de diffuse stikstofverontreiniging vanuit het akkerland naar de beek. In het stroomgebied van de Barbierbeek brengt hij het stikstofprobleem in kaart door peilbuizen te plaatsen, grond en grondwater te bemonsteren, horizontale en verticale grondwaterstromingen te bepalen, de doorlaatbaarheid van de bodem te bepalen en grondwaterstanden te registreren. Bij dit onderzoek is de Vlaamse Landmaatschappij en het onderzoekscentrum PCM Oost-Vlaanderen nauw betrokken.