Hoe beïnvloeden vrouwelijke denkers de managementwetenschappen?
Hoe komt dit? Zijn er ook voorbeelden van vrouwelijke denkers wiens ideeën voortleven in ons hedendaags denken over management en leiderschap? Jazeker, zegt Martine Coun, docent Organisatiekunde. 'Het zijn er (nog) niet veel, maar deze vrouwen hebben wel degelijk hun sporen nagelaten in de management- en organisatiewetenschappen.'
Managementdenkers- en goeroes
Het denken over organisaties en management werd van oudsher voornamelijk gedomineerd door mannelijke Amerikaanse en Europese onderzoekers zoals Frederik Taylor, Stephen Covey, Henry Mintzberg, Ricardo Semler en Peter Drucker. 'Toch zien we een aantal ontwikkelingen optreden,' vertelt Coun. 'De laatste jaren vindt er een vorm van democratisering en verbreding plaats: er zijn minder goeroes in het vakgebied. Ideeën en visies worden gedragen door meerdere mensen, ook vanuit Azië en Zuid-Amerika. Waar de in de geschiedenis van het klassieke organisatie-denken de focus vooral lag op hiërarchie, centrale aansturing en eenheid van leiding, is er altijd een onderstroom geweest van denkers en ideeën die bewegen naar leiderschap met horizontale structuren, teams en betekenisgeving . Die onderstroom is niet nieuw, maar krijgt nu meer aandacht in organisaties. Bovendien is deze ingezet door vrouwen, die tot voor kort maar sporadisch voorkwamen in allerlei overzichtslijsten van managementdenkers.'
Mary Parker Follet
Aan de basis van deze ideeën over gezamenlijke verantwoordelijkheid voor beslissingen en leiderschap, ligt Mary Parker Follet. Follet wordt als een van de grondleggers van de management- en organisatietheorie beschouwd. Zij leefde begin 20e eeuw, ten tijde van Taylor en de industrialisatie. Ze mocht niet aan Harvard studeren omdat deze universiteit exclusief voor mannen toegankelijk was, maar studeerde wel aan de Harvard's Annex for Women.
Later ging ze aan de slag als sociaal werker. Follet deed in haar werk veel ideeën op over hoe je een organisatie het beste in kunt richten: ze had aandacht voor het principe van samenwerken en informele- en groepsprocessen in plaats van arbeidsdeling (zoals Taylor voorstelde). Zij zag het belang van groepsdynamische processen in teams. De leider wordt beïnvloed door de groep in plaats van andersom: er moet interactie en wisselwerking plaatsvinden.’
De klassieke hiërarchie afschaffen
Het gedachtengoed van Follet is opgepikt door organisatiekundige stromingen, zoals human relations van Elton Mayo en organisatiedenkers als McGregor en Argyris. 'Het denken over organisaties is de laatste jaren wel veranderd. Tegenwoordig gaan we op zoek naar andere manieren van organiseren, Follet had daar al ideeën over. In de Buurtzorg Nederland bijvoorbeeld is die klassieke hiërarchie al afgeschaft en er is aandacht voor gedeelde verantwoordelijkheid. Ook het bedrijf van Eileen Fisher, een Amerikaanse kledingontwerper, kent geen hiërarchie. Het is opgericht met een simpel concept: laat makkelijk te dragen kleding maken voor vrouwen van natuurlijke en duurzame materialen. Het gaat in de organisatie volgens haar niet alleen om het product dat wordt gemaakt, het gaat ook over relaties. Werk gaat over mensen en de manier waarop zij samenwerken.'
Vrouwelijke denkers in de recente geschiedenis
'Er zijn nog meer vrouwelijke denkers in de management- en organisatiewetenschappen. Rosabeth Moss Kanter, Linda Gratton en Theresa Amabile zijn goede voorbeelden. Kanter is een Amerikaanse professor die doceert aan de Harvard Business School en Yale. Zij komt als een van de weinige vrouwen in de top 10 van invloedrijkste managementgoeroes voor. Kanter schreef het boek Men and Women of the Corporation (1977). Hierin beschrijft ze de machtsverdeling binnen grote bedrijven en hoe mannen en vrouwen daar op verschillende manieren mee omgaan. Ze springt op de bres voor meer vrouwen in organisaties en deed de opmerkelijke uitspraak: 'You can get it all but it won't be perfect', voor vrouwen die werk en gezin combineren.'
Linda Gratton is organisatiekundige en psychologe en als hoogleraar verbonden aan de London Business School. 'Zij is auteur van het boek Democratic enterprise (2004). Gratton gaat in haar filosofie uit van de goedheid van medewerkers. Dit gaat in tegen het zogenaamd X-beeld dat veel managers in organisaties hebben, dat uitgaat van het idee dat medewerkers van nature lui zijn, weinig ambitie hebben en gecontroleerd en aangestuurd moeten worden. Betrokkenheid, samenwerking en eigenaarschap zijn voor Gratton echter sleutelwoorden. Leiderschap is een state of mind.
Ook de ideeën van Theresa Amabile bijvoorbeeld, een professor aan Harvard, hebben hun ingang gevonden in de managementwetenschappen. Ze schreef het boek The Progress Principle (2011). Amabile deed een langlopend dagboekonderzoek naar werkbeleving en motivatie, waarin ze aantoonde dat het ervaren van progressie in betekenisvol werk het grootste effect heeft op de motivatie van werknemers.'
Nader onderzoek
'In het domein van Organisational Behaviour en Human Resource Management zijn er tegenwoordig veel vrouwelijke denkers en onderzoekers, maar in het harde management-denken veel minder. In de internationale managementgoeroes top 50 zijn vrouwen nog steeds ondervertegenwoordigd. Er is echter verbetering op komst. Hun zichtbaarheid wordt echter steeds groter, zo steeg het aantal vrouwen in de Thinker50 lijst van 5 in 2009 naar 18 in 2017.'
Martine Coun doet onderzoek naar de rol van gedeeld leiderschap in nieuwe samenwerkingsvormen met aandacht voor thema's als empowerment, coachend leiderschap en participatie. De thema's die Follet, Kanter en Gratton aansneden, zijn onderwerpen waar we nu nog steeds mee worstelen en actueler dan ooit. 'Vrouwen die hebben bijgedragen aan het denken over management en leiderschap in de geschiedenis zijn vaak nog te onzichtbaar, maar er zijn organisaties waar hun ideeën gestalte hebben gekregen en waar we van kunnen leren. Naar hen moeten we op zoek. Niet alleen omdat ze vrouw zijn, maar omdat hun ideeën een zinvolle bijdrage kunnen leveren aan de kennis die nodig is om organisaties te innoveren.'