Hoe maken we klimaatverandering een zaak van iedereen?
Je kunt geen krant openslaan of er is wel een wetenschapper die betoogt dat er nu echt actie nodig is tegen de klimaatverandering. De overheid zet maatregelen in, onder meer om de CO2-uitstoot terug te dringen. En er zijn bewuste burgers die zelf initiatieven ontplooien voor een duurzamere samenleving. Nuttig en noodzakelijk, maar nog beter zou het zijn als al die groepen samenwerken. 'Om te achterhalen hoe dat het beste lukt, doen we transdisciplinair onderzoek', legt Paquita Perez uit. 'Samen met groepen uit de samenleving, zoals burgers en beroepsorganisaties. Overal ontstaan spontane initiatieven om duurzamer te gaan leven. Wij als wetenschappers kunnen die beweging ondersteunen door middel van participerend actie-onderzoek. Dat wil zeggen dat wij de kennis van burgers op het gebied van klimaat zichtbaar maken en vervolgens samenbrengen met de expertise van wetenschappelijke kennisinstituten.'
Emoties én kennis serieus nemen
Bij haar onderzoek naar de randvoorwaarden voor het inzetten en vormgeven van participatie bij klimaatvraagstukken, maakt Perez gebruik van het conceptueel model van de doorleefde ervaring (lived experience). Dit concept gaat ervan uit dat onder meer regionale, sociale, gender- en culturele verschillen invloed hebben op de manier waarop mensen omgaan met het klimaatprobleem. Het beleid van de overheid houdt hier vaak geen rekening mee.
'Ook de natuurwetenschap heeft geen oog voor subjectieve gevoelens', zegt Perez. 'Maar als je mensen echt in beweging wilt krijgen, moet je hun emoties én hun kennis wel serieus nemen. Wij denken dat het model van de doorleefde ervaring ertoe bijdraagt dat mensen daadwerkelijk hun gedrag gaan veranderen. En dat is tenslotte waar het bij verduurzaming om draait.'
Een model dat helpt om mensen gedrag te laten veranderen
Het model van de doorleefde ervaring omvat een actie-leercyclus met de opeenvolgende elementen kennis-reflectie-betrokkenheid-actie. 'Het begint bij het benoemen van de kennis en ervaringen van mensen rond duurzaamheid. Daarbij houden we rekening met factoren zoals de opleiding of de plek waar iemand woont. Die kennis en ervaring zetten we naast wetenschappelijke inzichten. Vervolgens inventariseren we relevante elementen in de directe omgeving én cultureel-historische aspecten uit de regio. Deze inventarisatie kan worden verbonden met het bestaande overheidsbeleid. Daarmee kunnen beleidsmakers concreet aan de slag. Daarnaast onderzoeken we ook welke competenties je nodig hebt om dit proces te laten slagen.'
En de praktijk?
Hoe dat in de praktijk kan werken, legt Perez uit aan de hand van een onderzoek dat zij in 2021 samen met twee collega’s deed bij een grote gemeente. 'Bewoners van een bepaalde buurt en de gemeente waren het al jaren oneens over de aanpak van grondwaterbeheer. De grondwaterstand in de buurt was structureel te laag. Dat leidde tot problemen met woningen en zelfs instortingsgevaar. Vanwege hun zorgen deden enkele bewoners sinds 2015 drie keer per week peilbuismetingen. De gemeente startte in 2017 een grondwaterprogramma, waarop buurtbewoners zich organiseerden in het GrondwaterOpPeil project. Maar de samenwerking verliep niet altijd even soepel.'
'Om de knelpunten te herleiden, pasten we het model van de doorleefde ervaring toe. We benoemden het probleem: instortingsgevaar van woningen. Brachten in kaart welke kennis er was bij beide partijen, hoe het communicatieproces verliep, of er wederzijds vertrouwen was en hoe de machtsverhoudingen lagen.'
Les uit het onderzoek
Een belangrijke les uit het onderzoek was: bij bewoners én bij de gemeente moet helder zijn wát het probleem is. Om misverstanden te voorkomen, is het raadzaam om een onafhankelijk expert in te schakelen, die optreedt als intermediair. Perez: 'Hij of zij kan bijvoorbeeld helpen om ervaringskennis van bewoners expliciet zichtbaar te maken voor de beleidsmakers. Zo zorg je ervoor dat de lokale kennis van burgers ertoe doet en daadwerkelijk wordt gebruikt. En als zij het idee hebben dat ze serieus worden genomen, zijn ze ook eerder geneigd om in actie te komen.'
Bewoners fungeren als 'ogen' en 'oren'
Ondanks wat hobbels, was de conclusie van het onderzoek dat lokale, natuurwetenschappelijke en vakinhoudelijke kennis in combinatie met doorleefde ervaring van bewoners een positieve bijdrage levert aan de aanpak van de grondwaterproblemen in de buurt. Zo leidden de peilbuismetingen van de bewoners tot waardevolle kennis over de ontwikkeling van de grondwaterstand en de bodemsamenstelling. Ook fungeerden de bewoners voor de gemeente als de 'ogen en oren' in het veld. En tenslotte experimenteren gemeente en bewoners sinds 2018 samen in een proefproject, waarbij nabijgelegen oppervlaktewater met een pomp naar de Bloemenbuurt wordt gebracht en geïnfiltreerd in de ondergrond.
Sentiment slaat om
Perez realiseert zich dat het model van de doorleefde ervaring geen blauwdruk voor succes is. Per geval zal een strategie moeten worden bepaald, liefst door burgers, wetenschappers en professionals samen. 'Er is geen pasklaar recept, waardoor iedereen opeens duurzamer gaat leven. Toen we in 2008 met dit model begonnen, voelde ik me een roepende in de woestijn. Nu is het sentiment, mede dankzij klimaatspijbelaar Greta Thunberg, gelukkig omgeslagen. Het klimaatprobleem leeft veel meer, mensen passen ook vaker hun handelen erop aan. Maar of we er nu zijn?'
Paquita Perez Salgado geeft donderdag 17 november een gratis Studium Generale publiekscollege over het benutten van burgerkennis bij klimaatvraagstukken. Locatie: Bibliotheek Brunssum. Aanvang: 19.00 uur.