null Nucleaire ontwapening in de 21e eeuw: blijft dit een illusie?

RW_GleiderHernandez_17523_head_large.jpg

Nucleaire ontwapening in de 21e eeuw: blijft dit een illusie?

Webcolumn Rechtswetenschappen - door Gleider Hernández - augustus 2020

Click here for the original blog in English

Op 29 augustus, dat dit jaar in het laatste weekend van onze zomervakantie valt, vindt de internationale dag tegen kernproeven van de Verenigde Naties plaats. Waar vorige generaties zich intensief bezighielden met nucleaire ontwapening, is de aandacht van Nederland en West-Europa na het einde van de Koude Oorlog naar andere gebieden verschoven. Dit gebrek aan aandacht verandert echter niets aan de rampzalige en onbeschrijfelijke humanitaire, ecologische, economische en maatschappelijke gevolgen van het gebruik van kernwapens. Daarom blijft de droom van een kernwapenvrije wereld advocaten, staatslieden en anderen inspireren om te pleiten voor een algeheel verbod op nucleaire wapens. Niemand minder dan J. Robert Oppenheimer, een van de toonaangevende wetenschappers die de Verenigde Staten heeft geholpen bij de ontwikkeling van de eerste atoombom, noemde kernwapens 'het werk van de duivel'.1 Oppenheimer zou naar verluidt in Los Alamos, de plaats van de eerste nucleaire ontploffing, het Hindoeïstische geschrift Bhagavad Gita hebben geciteerd: 'Ik ben de dood geworden, de vernietiger van werelden.'2 De rest van zijn leven heeft hij vervolgens besteed aan nucleaire ontwapening.

Voor het testen, bezitten en gebruiken van kernwapens geldt echter geen eenduidig internationaal wettelijk verbod. In 1996 werd het Internationaal Gerechtshof, gehuisvest in het Vredespaleis in Den Haag, gevraagd uitspraak te doen over de rechtmatigheid van het gebruik van of de dreiging met nucleaire wapens. De geforceerde uitspraak van het Gerechtshof leidde helaas niet tot de gewenste duidelijkheid: hoewel geen enkel verdrag of gewoonterecht het gebruik van of dreiging met kernwapens toestaat, en het gebruik van kernwapens mogelijk in strijd is met internationale wetgeving van humanitaire en ecologische aard, 'kan het Gerechtshof gezien de huidige stand van het internationale recht en de feitelijke gegevens waarover het beschikt niet definitief vaststellen of de dreiging met of het gebruik van nucleaire wapens al dan niet rechtmatig zou zijn in uiterste omstandigheden van zelfverdediging waarbij het voortbestaan van een Staat op het spel zou staan'.3

Dit is een schrale troost en feitelijk illustratief voor de beperkingen van het recht om de diepste menselijke impulsen in te dammen en te beheersen. In deze blog ga ik kort in op het internationale rechtskader dat het testen, bezitten en gebruiken van kernwapens regelt.

Het Verdrag inzake de niet-verspreiding van kernwapens

De kern van de internationale wetgeving is het Non-proliferatieverdrag (NPV), officieel het Verdrag inzake de niet-verspreiding van kernwapens, uit 1967. Dit wereldwijde ontwapeningsverdrag is opgesteld om de kans op het gebruik van kernwapens te elimineren of in ieder geval te beperken. In de inleiding van het NPV wordt nadrukkelijk verwezen naar de potentiële destructieve kracht van kernwapens en 'de rampzalige gevolgen van een kernoorlog voor de mensheid en de voortdurende noodzaak om alles in het werk te stellen een dergelijke oorlog te voorkomen en maatregelen te nemen om mensen te beschermen'.

Het NPV is, zoals de naam al doet vermoeden, gericht op non-proliferatie: het was een zogenaamde 'grand bargain' waarmee de vijf in 1967 erkende kernwapenstaten (China, Frankrijk, de Sovjet-Unie, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten - de vijf permanente leden van de Veiligheidsraad) een speciale status kregen, onder voorwaarde dat zij de verdere verspreiding van kernwapentechnologie naar niet-nucleaire staten zouden voorkomen (artikel IV). Artikel VI verplicht deze vijf staten om de onderhandelingen over ontwapening voort te zetten, al betreft dit een zwakke verplichting met weinig juridisch gewicht4 (zie hieronder voor recente ontwikkelingen). Artikel VII van het NPV heeft ertoe bijgedragen dat regionale kernwapenvrije zones, waaronder Latijns-Amerika en het Caribisch gebied, de zuidelijke Stille Oceaan, Zuidoost-Azië, Afrika en Centraal-Azië, werden gecreëerd.5

Het is geen verrassing dat de nieuwe kernmachten India en Pakistan het NPV uit 1967 nooit alsnog hebben ondertekend. Zij willen namelijk dezelfde beschermde status als de erkende kernwapenstaten. Israël heeft daarnaast nooit publiekelijk toegegeven of ontkend over kernwapens te beschikken, noch heeft het in het openbaar een kernproef uitgevoerd. Het wordt echter algemeen verondersteld dat het land kernwapens bezit. Noord-Korea trok zich in 2003 terug uit het NPV. Het land is niet langer gebonden aan de bepalingen van het verdrag en is dan ook de enige staat die nog kernproeven uitvoert, de meest recente op 3 september 2017.6

Bij de meeste andere staten is het NPV een succesvolle oplossing gebleken voor het indammen van kernproeven en de verspreiding van kernwapens. Zo zijn Argentinië, Brazilië, Taiwan en Zuid-Korea in de jaren 80 tijdens de overgang naar een democratische regering gestopt met hun geheime nucleaire programma's. Zuid-Afrika stopte met de ontwikkeling van zijn programma na de afschaffing van de Apartheid in 1994. Het geheime programma van Irak werd in de jaren 90 opgeheven en definitief beëindigd door de door de VS geleide invasie van Irak in 2003 - hetzelfde jaar waarin Libië vrijwillig afstand deed van zijn geheime nucleaire programma.

Iran is daarentegen een speciaal geval. Het land, dat het NPV heeft ondertekend en deelneemt aan het alom geprezen Atoomakkoord uit 2015 tussen de vijf erkende kernmachten en Duitsland, stemde ermee in om de productie van splijtstoffen voor kernwapens terug te brengen.7 Recent stapten de Verenigde Staten van president Trump uit het Atoomakkoord uit 2015.

Op weg naar een Kernwapenverbod?

De meest recente ontwikkelingen op het gebied van wereldwijde nucleaire ontwapening en kernproeven zijn terug te leiden naar oktober 2016, toen de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties een resolutie8 aannam waardoor kon worden onderhandeld over een bindend kernwapenverbod, een eerste stap naar een kernwapenvrije wereld. Na de eerste onderhandelingen in maart 2017 werd het verdrag op 7 juli 2017 aangenomen met 122 stemmen voor, slechts één stem tegen en één onthouding. Inmiddels is het Kernwapenverbod geratificeerd door 44 staten en zal officieel van kracht worden (bindend worden) zodra een 50e staat dit heeft geratificeerd.9

Het verdrag ziet er veelbelovend uit, maar er zijn nog talloze obstakels te overwinnen. Hoewel het Kernwapenverbod kernwapens onwettig verklaart en claims tegen het gebruik ervan ondersteunt, werd het volledige onderhandelingsproces geboycot door alle kernwapenstaten (hierboven genoemd), het merendeel van de NAVO-leden (met uitzondering van Nederland) en talloze militaire bondgenoten van kernwapenstaten. De Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk kwamen in 2017 zelfs met een gezamenlijke verklaring waarin ze het Kernwapenverbod een mogelijke ondermijning van het eerdere Non-proliferatieverdrag noemen.10 De machtigste staten blijven de voorkeur geven aan non-proliferatie in plaats van een verbod.

Conclusie

In deze korte blog heb ik alleen in grote lijnen het wettelijke kader op het gebied van nucleaire wapens behandeld, en voor de mensen onder ons die dromen van een wereld zonder kernwapens blijft dit ontoereikend. Ongelijkheid in macht blijft bepalend voor de vorm van het recht, waarbij we constant op hetzelfde punt uitkomen. Zoals Martin Amis het verwoordt in Einstein’s Monsters:

"Wat is de enige provocatie die leidt tot het gebruik nucleaire wapens? Nucleaire wapens. Wat is het belangrijkste doelwit van nucleaire wapens? Nucleaire wapens. Wat is de enige bewezen verdediging tegen nucleaire wapens? Nucleaire wapens. Hoe voorkomen we het gebruik van nucleaire wapens? Door te dreigen met het gebruik van nucleaire wapens. En we kunnen ons niet ontdoen van nucleaire wapens vanwege nucleaire wapens. De onverzettelijkheid, zo lijkt het, is een eigenschap van de wapens zelf."

Hopelijk slagen we er op een dag in om deze impasse te doorbreken.

1 L Barnett, 'J. Robert Oppenheimer', tijdschrift Life (10 oktober 1949), p. 121.
2 WL Laurence, Men and Atoms: the Discovery, the Uses and the Future of Atomic Energy (Simon & Schuster, 1959), 118.
3 ICJ, Legality of the Threat or Use of Nuclear Weapons, advies, ICJ Reports 1996, p. 226, para. 105 (E). [cursief toegevoegd]. De uitspraak werd aangenomen met zeven tegen zeven, waarbij de stem van de President van het Gerechtshof de doorslaggevende stem was.
4 In 2016 dienden de Marshalleilanden zonder succes een klacht in tegen de bovengenoemde staten en tegen India, Pakistan en Israël (landen die het NPV niet hebben ondertekend). Het Internationaal Gerechtshof, het belangrijkste rechterlijk orgaan van de Verenigde Naties, wees de klacht af, mede omdat er geen sprake is van een conflict tussen de betreffende staten.
5 Zie de website van het UN Office for Disarmament Affairs: (laatst geraadpleegd op 19 augustus 2020).
6 Zie het United States Geological Survey (laatst geraadpleegd op 19 augustus 2020).
7 Het Atoomakkoord uit 2015 heet formeel 'Het Gezamenlijk alomvattend actieplan' en kan worden ingezien op de website van de Raad van de Europese Unie: (laatst geraadpleegd op 19 augustus 2020).
8 AVVN-resolutie 71/258 (23 december 2016).
9 Zie Artikel 15 van het Kernwapenverbod (ondertekend 7 juli 2017, nog niet van kracht).
10 Zie de gezamenlijke verklaring van de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk na de aanname van het Kernwapenverbod, (2017) 59 Harvard International Law Journal 1-11.