Onderzoek naar audits legt verband tussen leiderschapsstijl en werkklimaat
Audits in het mbo
Het onderzoek van Jorrick en zijn collega’s maakte deel uit van een groter onderzoek naar de effecten van een ontwikkelingsgerichte audit op de cultuur en onderwijskwaliteit binnen mbo-organisaties. Auditing is een procedure die gericht is op het waarborgen van de naleving van bepaalde normen en waarden binnen organisaties. Hard-control audits richten zich op kwantificeerbare, meetbare aspecten van de prestaties van de organisatie (zoals het aantal afgestudeerden en evaluatiescores van docenten). Soft-control audits zijn gebaseerd op het voeren van dialoog en richten zich op dieper liggende aspecten binnen een organisatie, zoals vertrouwen en zelfeffectiviteit. Beckers en collega’s onderzochten specifiek de samenhang tussen twee aspecten van een ethische organisatiecultuur - rolmodelgedrag en sanctioneerbaarheid - en aspecten van het werkklimaat: autonomie, waargenomen verbondenheid en zelfeffectiviteit. Beckers voerde het onderzoek uit met een consortium van onderzoekers van het Expertisecentrum beroepsonderwijs, de Vrije Universiteit en het Kwaliteitsnetwerk mbo.
Rolmodelgedrag van het management
Hoewel nader onderzoek naar causale verbanden nodig is, konden de onderzoekers toch vaststellen dat als met name leidinggevenden het goede voorbeeld geven en een eerlijk beloningsstelsel hanteren, dit mogelijk verband houdt met de intrinsieke motivatie van de medewerkers. De onderzoekers bevelen mbo-organisaties daarom aan om te investeren in hun ethische cultuur, omdat deze lijkt bij te dragen aan een gezond werkklimaat. Mensen in managementposities zouden hetzelfde gedrag moeten vertonen dat ze van hun teamleden verwachten, en zo een rolmodelfunctie vervullen. Ook moeten zij erop toezien dat regels binnen de organisatie worden nageleefd door positief gedrag te belonen en negatief gedrag te bestraffen. Rolmodelgedrag en sanctioneerbaarheid moeten bovendien in de hele organisatie op dezelfde manier en in alle lagen van het personeel worden toegepast.
Onderzoek naar soft-control aspecten van audits
Beckers werkte binnen het overkoepelende onderzoek naar instellingsgerichte audits samen met José Hermanussen, Ronald Stevens en Ingrid van der Pluym. Acht mbo-instellingen deden mee aan het onderzoek van Beckers en collega’s. Deze scholen kregen de ontwikkelingsgerichte audits, die centraal stonden in het overkoepelende onderzoek. In totaal vulden 1223 mbo-medewerkers (leden van het bestuur, hoger management, middenmanagement, ondersteunend personeel en onderwijsteams) een vragenlijst in. Hierin werd gevraagd naar rolmodelgedrag, sanctioneerbaarheid, autonomie, verbondenheid, vertrouwen, zelfeffectiviteit en intrinsieke motivatie. Sanctioneerbaarheid werd gemeten aan de hand van o.a. de vraag 'In onze organisatie houden we medewerkers verantwoordelijk als ze de onderwijskwaliteit schaden'. Rolmodelgedrag werd gemeten met o.a. de vraag 'Het gedrag van mijn leidinggevende stemt overeen met de normen en waarden die door het bestuur zijn vastgesteld'.
Over het project
Het project 'Met de instellingsaudit op weg naar professionele onderwijsorganisaties in het mbo', met financiering vanuit Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO), richtte zich op de in 2017 in het mbo geïntroduceerde vorm van instellingsaudit. Die auditvorm is gebaseerd op het Dialoogmodel waarin een ontwikkelingsgericht perspectief centraal staat. Het deelonderzoek van Beckers en zijn collega’s, getiteld What Lies Beneath: A Development-Oriented Auditing Approach to Understand Organizations Beyond the Surface of Hard-Control, is gratis te lezen.
Lees ook het eindrapport.