Mag die camera langs de weg ook jou fotograferen?
Automatic Numperplate Recognition (ANPR) - automatische kentekenplaatherkenning - is een van de moderne digitale opsporingsmiddelen die politie en justitie inzetten om misdrijven op te sporen. Op driehonderd locaties in Nederland, vooral langs snelwegen, hangen ruim 1500 ANPR-camera’s. 'Dankzij deze kentekencamera’s wist de politie de verdachten van de moord op Peter R. de Vries al snel na de aanslag klem te rijden', vertelt Wilma Dreissen, hoogleraar Straf- en strafprocesrecht aan de Open Universiteit.
'Voor gerichte opsporingsacties is dit camerasysteem hartstikke praktisch. Ze worden niet alleen ingezet om vluchtende criminelen sneller te vangen, maar ook om autodieven of automobilisten met een openstaande straf of hoge boete te traceren en aan te houden. Dat kan door te kijken of het door de camera geregistreerde kenteken overeenkomt met een geregistreerd 'gezocht' kenteken. In geval van een 'hit' kan men optreden. Daar is niks mis mee. Op grond van algemene wettelijke regels, zoals beschreven in artikel 3 van de Politiewet, mogen politie en justitie een dergelijke gerichte opsporingsmethode toepassen omdat die slechts een geringe inbreuk maakt op de privacy.'
Zoveel mogelijk boeven vangen
So far so good. 'Maar het onderzoek in strafzaken gaat vaak verder dan dat en staat dan mogelijk op gespannen voet met het recht op privacy', weet Dreissen. 'Natuurlijk willen we zoveel mogelijk boeven vangen. De orde en veiligheid in het land handhaven. Maar we willen niet dat instanties zonder beperking gegevens van Jan en alleman kunnen verzamelen en verwerken.'
'De gegevens uit het ANPR-systeem worden namelijk ook ingezet voor andere opsporingsdoelen. Zo kan men gedurende een langere periode (terug)kijken of een bepaald kenteken op een bepaalde plek wordt geregistreerd. Dat is een verdergaande inbreuk op de privacy. Gebeurde dat eerst zonder specifieke wettelijke grondslag. Sinds 2019 is daar wel een apart artikel voor opgenomen in het Wetboek van Strafvordering.'
'Dit voorbeeld geeft aan dat we steeds kritisch moeten blijven op het gebruik van ANPR-camera’s en de daardoor verkregen gegevens. Maar ook op cameratoezicht in het algemeen en andere digitale opsporingsmethoden. Daarbij is de vraag steeds: is de mate van inbreuk op onze privacy nog in overeenstemming en in verhouding met het doel wat wij daarmee willen bereiken. Of gaan we stiekem steeds meer richting een maatschappij waarin 'big brother is watching you?'
Automobilisten fotograferen
Dat laatste bleek bijvoorbeeld het geval toen naast de politie ook de Belastingdienst ANPR-camerabeelden ging gebruiken om het privégebruik van zakelijke auto’s te registreren. In 2017 besloot de Hoge Raad dat dit niet mag; de belastingdienst moest de beelden vernietigen.
Ook de politie zelf ging - onbedoeld - over de schreef. Zo zijn jarenlang behalve kentekens ook de gezichten van automobilisten en bijrijders met ANPR-camera’s gefotografeerd. Dreissen: 'Een zeer ingrijpende inbreuk op privacy zonder duidelijke wettelijke grondslag, zoals ook het Openbaar Ministerie zelf concludeerde. Op grond van art. 126jj Sv mogen immers alleen foto’s van het kenteken worden gemaakt.'
Waar ligt de grens?
Waar de politie de mogelijkheden voor het gebruik van kentekengegevens telkens oprekt, zouden de kaders hiervoor eigenlijk vooraf duidelijk moeten zijn. Dreissen: 'Het is aan de politiek om duidelijkere grenzen te stellen. En wetenschappers zoals ik hebben de taak om in kaart te brengen: waar liggen de grenzen die volgen uit onder andere het recht op privacy? Is de manier waarop politie en justitie de wet interpreteert bijvoorbeeld wel in lijn met het Europees verdrag voor de rechten van de mens? Of het Handvest voor de Grondrechten van de Europese Unie?'
Nieuw wetboek
Privacyrecht en gegevensbescherming is nog een tamelijk onontgonnen rechtsgebied: juridische kaders zijn niet altijd duidelijk, jurisprudentie ontbreekt vaak. Dreissen wijst op het nieuwe Wetboek van Strafvordering dat nu in de maak is. 'Dat gaat beslist meer houvast bieden in wat politie en justitie wel en niet mogen in specifieke situaties. Het oude wetboek dateert uit 1926, toen cameratoezicht en andere digitale opsporingsmethoden nog science fiction waren. Het nieuwe wetboek gaat meer aandacht besteden aan privacy versus digitale opsporingsmethoden.'
Vooruit, nog een voorbeeld: foto’s bekijken en WhatsApp-berichten lezen op een in beslag genomen mobiele telefoon? Wanneer mag de politie dat doen?
'Op grond van de huidige rechtspraak is dat afhankelijk van de vraag of er sprake is van een 'stelselmatig onderzoek'. Zo ja, dan mag de opsporingsambtenaar dat alleen na toestemming van de officier van justitie. Het concept van het nieuwe Wetboek van Strafvordering onderscheidt ook nog een 'ingrijpend stelselmatig onderzoek'. In dat geval is een machtiging van de rechter-commissaris vereist. Maar ja, dan resteert natuurlijk wel nog de vraag: wanneer is dat onderzoek van de smartphone 'stelselmatig' of 'ingrijpend stelselmatig'? Dat soort interessante vragen behandelen we bij de Open Universiteit onder meer in de cursus Gegevensbescherming in strafrechtelijke context. Deze cursus gaat ook onderdeel uitmaken van de master Gegevensbescherming en Privacyrecht die we nu ontwikkelen.'
De nieuwe master Gegevensbescherming en Privacyrecht start op 1 september 2022. Accreditatie is verleend. Wil je je aanmelden voor deze opleiding? Dit kan op dit moment alleen door het toelatingsformulier in te vullen en samen met de gevraagde documenten naar ons toe te sturen. Je aanvraag verwerken we zo spoedig mogelijk.