Special issue kijkt terug op het eerste coronajaar en het effect op ons mentale welzijn
Middel erger dan de kwaal?
In 2020 werden we geconfronteerd met thuiswerken, sluiting van winkels, horeca en scholen en avondklokken. Aanvankelijk was er brede steun voor de maatregelen, maar al heel snel kwamen er vragen. Was het middel niet erger dan de kwaal? Er werd gewezen naar het economisch verlies en de aantasting van de vrijheid, maar ook naar subjectieve gevoelens: minder levensvreugde, toename van angst, eenzaamheid en depressie.
Subjectie welzijn als maatstaf voor kwaliteit van leven
Martijn Burger en Ruut Veenhoven verzamelden in een special issue een reeks van onderzoekspapers uit het eerste coronajaar die ingaan op het subjectief welzijn in het begin van de pandemie. Een eerste paper stelt dat het gebruik van economische groei als maatstaf voor kwaliteit van leven beperkt is. Ze stellen dat het welzijn van mensen belangrijker moet zijn dan het welzijn van de markt. De andere papers draaien allemaal rond twee thema’s. In de eerste plaats richtten de onderzoeken zich op de (heel uiteenlopende) reacties van inwoners op de pandemie in verschillende landen. Een tweede reeks onderzoeken kijkt juist naar de effecten van de pandemie op specifieke (kwetsbare) groepen.
Tussenstand
De redacteuren benadrukken in hun editorial dat deze onderzoeken een tussenstand weergeven. De pandemie was net een jaar onderweg. Pas achteraf kun je echt vaststellen wat het netto-effect was van de verschillende coronamaatregelen op de subjectieve gevoelens van (groepen) burgers. Het laatste woord wordt nu pas geschreven…