Het onderzoek van de vakgroep Sociaal Leren concentreert zich op de volgende onderzoeksthema's:
Sociaal leren in kleine groepen
- Thema 1: Structureren van sociaal leren
De sociale interactie in een samenwerking moet gestructureerd worden, want dat gebeurt niet altijd zomaar vanzelf. Door de sociale interactie in sociaal leren te structureren zorg je ervoor dat de socio-cognitieve processen in groepsleren leiden tot positieve leeruitkomsten. Dit kun je overigens ook bereiken door mensen bepaalde ondersteunende procesprincipes mee te geven en te laten hanteren. Leeruitkomsten kunnen cognitief, affectief of gedragsmatig zijn. Ze kunnen de verbetering van ideeën, concepties inhouden of de verbetering van leerprocessen.
Het onderzoek richt zich op hoe sociale interactie ondersteund kan worden opdat productieve socio-cognitieve processen plaats vinden van kennisdeling, kennis constructie en kenniscreatie.
- Thema 2: Zelf-, co, en groepsregulatie in sociaal leren
Tijdens de samenwerking zullen groepsleden voortdurend zichzelf, de ander en als groep moeten monitoren, en zullen ze moeten evalueren of zij efficiënt en effectief aan de groepsopdracht werken of samen een collectief idee verder ontwikkelen. Dit moet gebeuren zowel op het niveau van het groepsproces als op het niveau van het groepsproduct of idee. Deze vormen van regulatie zijn ook van toepassing wanneer er spanningen tussen de groepsleden ontstaan. Spanningen kunnen verschillende oorzaken hebben zoals verschil in taakopvatting, vorming van subgroepen, en meeliftgedrag. Daarmee komt de motivatie van de groepsleden in gedrang en wanneer conflicten niet opgelost worden zelfs tot het uiteenvallen vallen van de groep.
- Thema 3: Social presence in online sociaal leren
Wanneer er online wordt samengewerkt, betekent dit het inzetten van een elektronische leeromgeving voor samenwerking. De communicatie is doorgaans asynchroon: er wordt gebruik gemaakt van tekstgebaseerde communicatiemiddelen zoals discussiefora, email en chat. Als er synchrone communicatie plaatsvindt, dan is dat vaak via een videoconferentie. Hoe dan ook, gemedieerde communicatie verloopt altijd anders dan face-to-face communicatie. Dit heeft gevolgen voor de sociale interactie, voor het groepsleren en voor de vorming van interpersoonlijke relaties tussen de groepsleden. Social presence is een construct die mogelijk behulpzaam is bij het verkrijgen van inzicht in die gevolgen. Social presence is het gevoel dat anderen in gemedieerde communicatie als levensecht worden ervaren. Social presence wordt ook gezien als een oplossing om de psychologische afstand die bij online samenwerkend leren wordt gevoeld te overbruggen.
- Thema 4: Elektronische leeromgeving voor sociaal leren
Elektronische leeromgevingen (ELO’s) zijn traditioneel vooral omgevingen waarin de nadruk is gelegd op het onderbrengen van cursussen, het administreren van studenten die aan cursussen worden toegewezen, en het geven mededelingen aan studenten. Diverse tools worden aangereikt om te communiceren (video) en te discussiëren (forums).
Deze ELO’s zijn echter niet altijd geschikt om alle facetten van het (online) samenwerkend leren te ondersteunen. Daarnaast is er weinig aandacht voor de ondersteuning van groepsdynamische processen. Tot slot, ELO’s moeten naast gebruikersvriendelijkheid ook plezierige omgevingen zijn om in te leren. Deze zaken adresseren respectievelijk de educatieve-, de sociale-, en de hedonische affordances van de ELO’s. Hoe kun je deze affordances in de ELO’s bewerkstelligen eventueel gebruikmakend van machine learning en artificial intelligence. Dat is het onderzoeksonderwerp van dit thema.
Sociaal leren in volwassen leren
Change labs; living labs; praktijkwerkplaatsen; theoriewerkplaatsen etc.
Het scriptieonderzoek van onze masterstudenten en de mogelijkheden voor onderzoeksstages passen binnen deze thema's.