'Het vergt veel tijd en aandacht': de ervaringen van een buitenpromovendus
Hij nam zich voor eens grondig uit te zoeken hoe de vork juridisch nu precies in de steel steekt, en of het mogelijk is om hier in de toekomst verandering in te brengen. Dit resulteerde in een promotieonderzoek, dat hij op 31 januari 2025 bekroonde met de verdediging van zijn proefschrift Wettelijke vertegenwoordiging van wilsonbekwamen en hun politieke rechten.
Maar wat ging allemaal aan de verdediging vooraf? En hoe heeft Paul het ervaren om als buitenpromovendus onderzoek te doen?
Hoe het begon
Het verhaal begint ruim zeven jaar geleden, wanneer Paul met zijn ambitieuze missie aanklopt bij de rechtenfaculteit van de Open Universiteit, waar hij eerder al zijn meestertitel behaalde. Al snel vindt hij in prof. mr. Madeleine van Rossum, expert op het gebied van wils(on)bekwaamheid, de ideale promotor: 'Over de begeleiding ben ik erg tevreden. Ik heb vanaf het begin af aan contact gehad met mijn promotoren en ben daar alleen maar vol lof over'.
Schaven, duwen en trekken
Samen met professor Van Rossum en zijn copromotor begint Paul zijn onderzoeksplan uit te werken, wat vrij soepel verloopt: 'In overleg met mijn promotoren heb ik er het een en ander aan zitten schaven, duwen en trekken'. Als het plan eenmaal officieel is goedgekeurd, kan Paul echt met zijn onderzoek aan de slag. Hij beschrijft zijn onderzoeksmethode als een grote trechter die steeds nauwer wordt: 'In het begin ben je gewoon een soort sleepnet. Je pakt alles waarvan je denkt dat het een raakvlak kan hebben met het onderwerp, dat print je uit en dat lees je door en zo stapel en stapel je. Daarna ga je echt kijken: wat heb ik nodig voor het proefschrift?'. Misschien niet de meest efficiënte manier, geeft hij toe, maar het is hem goed bevallen. Lachend: 'Ik moet wel nodig eens de zolder gaan opruimen: die ligt nog steeds vol met papier'.
Schitterende ervaring
Hoewel Paul (geboren in 1953) al met pensioen is en dus geen werkverplichtingen heeft naast zijn proefschrift, vindt hij het vaak lastig om zijn onderzoek te combineren met de steeds intensievere zorg voor zijn zoon. 'Een heleboel moet je dan toch 's avonds doen: het moet als het ware allemaal tussendoor'. Hij geeft dan ook toe dat hij - als hij het allemaal van tevoren had geweten - er waarschijnlijk niet aan begonnen was. Maar het proefschrift is er uiteindelijk gekomen, met de verdediging in Heerlen als kers op de taart: 'Ik vond het een schitterende ervaring. Erg indrukwekkend'.
Aanbevelingen
Paul hoopt dat de aanbevelingen uit zijn proefschrift zoden aan de dijk gaan zetten. Zo pleit hij voor 'ondersteunende besluitvorming', waarbij mensen met een beperking hulp krijgen bij hun beslissingen, zonder dat hun autonomie wordt afgenomen. Ook maakt hij zich hard voor een bewustwordingscampagne onder zorgverleners en beleidsmakers, zodat zij beter begrijpen hoe stemrecht en ondersteuning samen kunnen gaan. 'Op die manier hoop ik met mijn proefschrift de deur te openen voor mensen met een beperking, dus ook een verstandelijke beperking, om hun stem te gelde te maken.'