Soort project: ZONMW
Looptijd: Juni 2020 - Januari 2024
Onderzoekers: Maria Jansen (GGDZL), Rianne Reijs (GGDZL), A. Scherpbier (UM), L. Geilen (wethouder Sittard-Geleen), L. van der Goot (GGDZL), Renate de Groot, H. von den Hoff (Burgerkracht Limburg), Hw. Jongen (wethouder Maastricht), Sabrina Keinemans (Zuyd Hogeschool), Peter Lemmens (Regionaal Platform Onderwijs-Jeugd ZL).
Met de mensen in Zuid-Limburg gaat het slechter dan in de rest van Nederland: meer gezondheidsproblemen, minder meedoen in de samenleving, minder mensen met betaald werk, minder vrijwilligerswerk, meer moeite met lezen en schrijven en meer mensen in armoede. Dit is in Zuid-Limburg al heel lang zo. De problematiek wordt van generatie op generatie doorgegeven (sociale overerving). Tot nu toe lukt het nog niet om deze achterstand met de rest van het land kleiner te maken. Om deze hardnekkige achterstand in te lopen, heeft de regio ervoor gekozen om in de aanpak de focus te leggen op de jeugd, te beginnen bij de (pre)conceptie tot jongvolwassenen. Vanaf en zelfs al voor de geboorte de kwetsbaarheden aanpakken levert de grootste gezondheidswinst. Jongvolwassenen zijn de (wens)ouders van de toekomst en vormen de sleutel tot het doorbreken van de intergenerationele overdracht. Gemeenten ZL, GGD ZL, JGZ, Stuurgroep Jeugd ZL (jeugdregio ZL), het Programmabureau Trendbreuk ZL, de Coalitie Kansrijke Start ZL, Regionaal Platform Onderwijs en Jeugd ZL, Werkplaats Sociaal Domein Zuyd, en Burgerkracht Limburg hebben de problematiek geagendeerd en gekozen voor deze koers samen met alle uitvoerende partijen in het veld. De Provincie ondersteunt deze koers in haar Sociale Agenda Limburg.
Door samen te werken in de Kenniswerkplaats Jeugd Zuid-Limburg leren we hoe we de situatie in Zuid-Limburg kunnen verbeteren. Iedere organisatie die betrokken is bij het opgroeien, opvoeden en onderwijzen van jeugd doet mee. Ook ouders, opvoeders en de jeugd zelf. Zij praten mee en hun ervaringen en wensen of behoeften staan centraal. Professionals die te maken hebben met het kind, het gezin of de school denken mee in de leer- en verbeterbijeenkomsten. De uitvoeringspraktijk wordt gevolgd door systematisch te onderzoeken of er sprake is van verbetering. Daarbij wordt zowel gekeken naar HOE de uitvoering plaatsvindt en wat beter kan, als naar WAT het oplevert in termen van 'kansrijk positioneren', 'meedoen' en 'succes' in de maatschappij vanaf de geboorte. Kortom, voor de kenniswerkplaats geldt steeds de vraag: 'Doen we de goede dingen en doen we de dingen goed'.